Filosoof Daan Roovers was Denker des Vaderlands van 2019 tot en met 2021. Momenteel is zij Eerste Kamerlid voor GroenLinks-PvdA. Voor Denktank Nederland 2040 buigt Daan Roovers zich over de toekomst van de democratie en onze overheid. Een thema dat zij ook in haar boek ‘Wij zijn de politiek’ centraal stelt. ‘Democratie stelt hoge eisen aan mensen. Daarom is het zo belangrijk om individuele en collectieve denkvaardigheden te ontwikkelen.’
Hoe gaat het met de democratie in Nederland?
‘Ik mopper best graag op de huidige democratie, ook in Nederland. Maar als ik naar landen om ons heen kijk, dan gaat het daar niet beter. Er zijn wel serieuze uitdagingen. De huidige democratie wordt onder andere uitgehold doordat we deze te veel zijn gaan zien als een markt, waarop particuliere belangen kunnen worden uitgeruild, en ieder voor zijn privébelang een eigen, persoonlijke lobbyist aanwijst. Even onderhandelen en dan kijken wie de meerderheid heeft. Dat is een enorme verarming van het politieke debat en de democratie.
Wat voor mij het belangrijkste is aan een democratie, is de deliberatie, het gesprek over de verschillende posities, waarbij je ook altijd rekening houdt met minderheden. Kijken naar de collectieve opdracht die we hebben, vanuit onze gezamenlijke doelen en verantwoordelijkheden. Dat is nogal op de achtergrond geraakt.’
Hoe komt dat, denk je?
‘Door achterstallig onderhoud. We hebben er weinig aan gedaan, weinig bewustzijn gekweekt. Democratie is een complex systeem dat veel onderhoud vergt, en geduld. In Nederland zijn we van de pragmatische school. Nederlandse jongeren scoren bijna als laagste in Europa als het gaat om kennis van burgerschap. We zijn daar echt te gemakzuchtig in geweest.’
Wat houdt dat burgerschap in, volgens jou?
‘Burgerschap betekent het actief betrokken zijn in de samenleving. Dat is een actieve, participerende houding, maar het gaat ook om kennis over de fundamenten van de democratie. Dat het niet alleen over je eigen opvattingen gaat, maar ook over die van een ander. En kennis over de rechtsstaat, dat de meerderheid niet de minderheid mag verdrukken; dat de overheid zich ook aan de wet moet houden. Dat fundamentele besef is niet vanzelfsprekend. En burgerschap gaat ook over stilstaan bij fundamentele vragen: Waarom is democratie belangrijk? Op welke manier komen alle stemmen aan het woord? Hoe kun je rekening houden met opvattingen van minderheden?’
Het gebrek aan gezamenlijkheid, ieder voor zich, is dat niet ook een gevolg van individualisering?
‘Ja, dat hangt samen met individualisering. Het gaat hierbij ook om de perceptie van vrijheid. Kijk, mijn kinderen denken dat vrijheid betekent: met rust gelaten worden. En van kinderen kun je je dat voorstellen. Zij zitten de hele dag al onder het juk van hun ouders en zijn blij als die even weg zijn. Maar het wordt een probleem als volwassenen zo gaan denken. Een meeromvattend begrip van vrijheid gaat niet alleen uit van negatieve vrijheid, het recht om je eigen gang te gaan, maar ook van positieve vrijheid: dat je mee vormgeeft aan de samenleving. We zijn allemaal medewetgever, mede verantwoordelijk voor het geheel. Vrijheid is dat je dus niet alleen die vrijheid voor jezelf vormgeeft, maar ook voor het collectief en nadenkt over wat een vrije samenleving nodig heeft. Dat is nu heel actueel, bijvoorbeeld met de oorlog in Oekraïne. Een vrije samenleving betekent ook dat je die moet verdedigen. Ook al heb je daar misschien niet veel zin in.’
Voor welke democratische ideeën heb jij je in het bijzonder hard gemaakt bij de denktank?
‘Voor verschillende varianten van participatie. En de politiek moet veel eenvoudiger, overzichtelijker en veel meer op basis van vertrouwen in plaats van op basis van wantrouwen ingericht worden. Juist om mensen meer te kunnen laten participeren, moeten we niet in tegenstellingen denken: niet de burger tegenóver de politiek. Politiek is juist een onderdeel van burgerschap.’
Er zijn ook mensen die zeggen: ‘Dat politieke gekonkel, het zal mijn tijd wel duren. Ik bemoei me er niet mee.’
‘Als mensen zeggen dat ze geen belangstelling hebben voor politiek, betekent dat niet direct dat mensen echt afgehaakt zijn, ook al lijkt dat soms zo. Mijn inspanningen zijn erop gericht om mensen te activeren en met elkaar in gesprek te brengen in allerlei vormen van burgerschap, burgerberaden, via referenda en andere vormen. Ik hoop dat we daarmee een gezamenlijkheid vinden, ook al stemmen mensen op een totaal andere partij of stemmen ze helemaal niet. Iedereen wil een betere wereld voor zichzelf en zijn kinderen, dat bindt ons. We zijn, vanuit ons eigen perspectief, allemaal wereldverbeteraars.’
Hoe gaan al die verschillende wereldverbeteraars samen op weg naar 2040?
‘Je moet op de korte termijn beginnen, maar wel met een blik op de lange termijn. Want die twee hangen samen. Vandaar dat Nederland in 2040 zo’n belangrijk project is. We moeten meer uitzoomen van het incident-gedreven hier en nu. Moreel gezien zijn de mensen dicht bij mij niet belangrijker dan de mensen veraf. Moreel gezien zijn de mensen die in de toekomst leven niet minder waard dan de mensen die nu leven. Dat bewustzijn moeten we vergroten –in ruimte en tijd. Als we in beweging willen komen, als we iets willen doen aan het klimaatprobleem, dan moeten we uitzoomen van ons eigen belang naar het gezamenlijke belang, ook in de toekomst. Misschien wel ten koste van wat comfort in het hier en nu.’
Hoe kunnen we samen zorgen voor die verandering?
‘Mensen kunnen op langere termijn denken, nu iets opzijzetten voor de toekomst. We sparen immers ook voor ons pensioen, dankzij een collectief stelsel. Maar als politici het niet meer doen, en ook niet meer de voorwaarden daarvoor scheppen, dan wordt het moeilijk. Bovendien, de hele samenleving is steeds meer gericht op het bevredigen van kortetermijnimpulsen: ‘Klik hier! Bestel nu! Morgen in huis!’ Als politici zich ook op die manier gaan opstellen, gaan ze veel beloven, en heel weinig waarmaken, en komen ze nooit voorbij de vierkante centimeter van de kortetermijnbelangen.’
Dus de overheid moet reguleren?
‘Ja. Een voorbeeld van regulering die tot vereenvoudiging moet leiden is de introductie van een laagdrempelige gemeentelijke basisinfrastructuur voor sociale, financiële, medische en opvoedkundige vragen: een fysiek en digitaal buurtcentrum in elke gemeente. Daarin kunnen alle verschillende loketten van jeugdhulp, jongerenwerk, rechtswinkel, thuiszorg, sociaal wijkteam, de bibliotheken, gezondheidscentra, de GGD, werkpleinen, voedselbanken, Wmo-loketten, jongerenloketten en digitale hulppleinen in op gaan. Een grote vereenvoudiging van de spaghetti aan faciliteiten is dringend gewenst.
En tegelijkertijd moet de overheid uitgaan van meer vertrouwen, meer samenwerking, minder micromanagement, minder controle, burgers dingen zelf laten doen, zelf netwerken laten vormgeven. Minder top-down. Dat zit in de hoofdstukken van ons boek gevlochten, van sociale zekerheid tot een nieuw belastingstelsel. Werken op basis van vertrouwen vormt ook de basis voor professionals. Een voorbeeld is het ‘ontregelen’ van de zorg, dat wil zeggen regels denkbeeldig schrappen, en ze bij ‘herinvoering’ te filteren op noodzaak, werkzaamheid en uitvoerbaarheid. Zo kunnen er grote stappen gezet worden in het terugdringen van de bureaucratie in de zorg.’
Hoe maak je mensen, die overladen worden door prikkels in het hier en nu, bewuster van de lange termijn?
‘Denk aan je kinderen, of andere dierbare jongeren, die kinderen krijgen en misschien zelfs daarvan de kinderen. Dan zit je zó in het jaar 2100. En dat zijn allemaal toekomstige mensen met wie je je persoonlijk verbonden voelt. Als je je probeert voor te stellen in welke wereld zij leven: Hoe ruikt de lucht die ze inademen? Hoe smaakt het water dat ze drinken? Dat is behoorlijk a-politiek. Dat kun je vertalen naar de manier waarop jij nu invloed hebt op hun leven, door je consumptiepatroon, door jouw manier van produceren, dan heb je een meer concreet motief om te veranderen. Ik doe die oefening, met ogen dicht, ook wel eens met andere mensen. Dat werkt heel goed.’
Hoe zou dit persoonlijke vooruitdenken naar volgende generaties in de politiek kunnen werken?
‘Als Denker des Vaderlands heb ik hierover veel gesproken met gemeenteraden en lokale bestuurders. Hoe willen we dat de gemeente eruitziet als je kinderen jouw leeftijd hebben? Dat is een heel concrete vraag. Dan is het ook wat makkelijker om het eens te worden tussen links en rechts. Want iedereen heeft water en frisse lucht nodig. Iedereen wil een huis. Dus dat is ook een enorm voordeel van langetermijndenken.’
Hoe kunnen we onze democratische waarden bewaken in deze tijd van grote veranderingen?
‘Misschien moeten we accepteren dat het woelig en modderig gaat, met ups en downs. We kunnen niet anders doen dan ons erop toeleggen de democratie te bewaken. Dat is voor mijzelf ook een opdracht. Er zijn allerlei problemen waarbij je zou kunnen zeggen: ‘Tja, die democratie is te langzaam of niet geschikt om die problemen op te lossen.’ Denk aan het klimaat. Maar er is geen betere vorm van samenleven voor onze mensensoort dan het democratische model. Dat is de enige vorm die recht doet aan de principiële gelijkheid van alle mensen.’
Wat zie jij in de toekomst van 2040 als je je ogen dicht doet?
‘Ik zie mooie steden, met meer rust in het straatbeeld. Ik denk dat het schoner is, dat we ons anders gaan vervoeren, zodanig dat er minder herrie en getoeter is. Ik zie ook groen, maar voor echte natuur moet je wel de stad uit. We zijn opgehouden met micromanagement en meer in grote lijnen en structuren gaan denken. En ik zou graag zien dat de representatie beter is, dat er meer rechten komen voor niet-menselijke levensvormen zoals dieren en natuur. We betrekken jongeren er meer bij, bijvoorbeeld met een stemrecht vanaf 16 jaar, want voor hen is de toekomst heel reëel. Ook toekomstige generaties moeten een stem krijgen.
Het verbeelden van een mooie, aantrekkelijke toekomst is van belang. Ik heb me daar actief in geoefend. Laten we niet naar de toekomst kijken als iets om tegenop te zien, want dan wordt veranderen heel moeilijk, maar als iets om naar te verlangen.’
Het boek ‘Nederland in 2040: een toekomstbeeld’ verschijnt op 22 mei. Lees meer