Nieuwsbericht • donderdag, juli 3 2025

‘We hebben je nodig in 2040, met al je talent en inzet’

Een integrale aanpak voor jeugd en onderwijs, daarvoor pleit denktanklid Henk Hagoort. Volgens de voorzitter van de VO-raad is zo’n aanpak van wezenlijk belang om jongeren klaar te stomen voor het jaar 2040. Zodat zij hun talenten kunnen inzetten voor een beroep waar in de toekomst behoefte aan is. Zodat zij kunnen zorgen dat ons land blijft draaien in tijden van vergrijzing. ‘Maar vooral’, zegt Henk, ‘zodat we samen hun toekomstperspectief kunnen creëren.’

Henk Hagoort

Wat heeft een mens nodig om in 2040 goed te kunnen leven?

‘Het leven in 2040 vraagt om vaardigheden die passen bij die tijd. Dat betekent onder andere dat het handig is om over digitale vaardigheden beschikken. Maar ook dat je het vermogen hebt om je te verhouden tot anderen in een diverse samenleving. In het onderwijs duiden we dat vaak aan als burgerschap. Daarnaast worden creativiteit, kritisch denkvermogen en samenwerking steeds belangrijker. Zeker nu technologie steeds meer routinetaken overneemt. De menselijke meerwaarde zit juist in die unieke, niet-repliceerbare kwaliteiten.’

Wat betekent dat voor het onderwijs van nu?

‘Het onderwijs moet jongeren voorbereiden op een toekomst waarin technologie een grote rol speelt. Sommigen zeggen: lezen, schrijven, rekenen en dergelijke worden minder belangrijk omdat we nu AI hebben. Ik denk dat het omgekeerde waar is. Juist in een wereld waarin je voortdurend in dialoog bent met AI, wordt taalvaardigheid belangrijker dan ooit. Tegelijkertijd worden steeds meer reguliere taken overgenomen door robots of andere vormen van kunstmatige intelligentie. Al zullen we bijvoorbeeld niet alleen maar door robots geproduceerd voedsel willen eten. Ik denk dat we nieuwsgierig blijven naar de menselijke hand in het maken, maar anders dan voorheen, en dat bepaalt mede het onderwijs.’

Hoe is het gesteld met de Nederlandse jeugd?

‘Mondiaal gezien zijn Nederlandse jongeren nog steeds relatief gelukkig. Maar we zien ook zorgelijke trends op het gebied van mentaal welzijn, zelfvertrouwen en toekomstperspectief. Veel jongeren twijfelen of Nederland in 2040 een beter land zal zijn dan nu. Woningnood, klimaatopwarming, geopolitieke veranderingen: wat betekent dat? Het gebrek aan hoop is voor mij een belangrijke reden om aan Denktank Nederland 2040 mee te werken. Want ik denk dat we met elkaar behoefte hebben aan een hoopvol en tegelijkertijd realistisch perspectief. Met een heleboel deskundigheid bij elkaar laten we in ons boek een Nederland zien dat krachtiger, groener en menselijker is. Het kan! Maar dan moeten we wel keuzes maken.’

.

‘Als we willen dat Nederland in 2040 krachtiger, groener en menselijker is, dan moet de arbeidsproductiviteit omhoog’

.

Welke keuzes?

‘Een van de belangrijkste keuzes is investeren in onderwijs en innovatie. Als we willen dat Nederland in 2040 krachtiger, groener en menselijker is, dan moet de arbeidsproductiviteit omhoog. Dat klinkt misschien als een economische term, maar het raakt direct aan onderwijs. Onderwijs is dé manier om vernieuwing en vooruitgang mogelijk te maken. Maar helaas zien we nu juist bezuinigingen op onderwijs en onderzoek.’

Je gaf onlangs in de media nog kritiek op die bezuinigingen.

‘Door alle geopolitieke spanningen nemen de investeringen in veiligheid en defensie toe en wordt er bezuinigd op onderwijs en onderzoek. Dat is een verkeerde reflex. Investeren in onderwijs en onderzoek is een investering in de langetermijn-weerbaarheid en veerkracht van de samenleving. Er zijn meer investeringen nodig, bijvoorbeeld in het vmbo en mbo. Want de brede productiviteitsgroei moet juist uit het mkb komen. Dat vraagt om goed opgeleide vakmensen, en ook om meer geld voor praktijkgericht onderzoek. We pleiten in het boek om net als voor defensie een vast percentage van het BNP te besteden aan onderwijs en onderzoek.  

Wat moet er gebeuren om voor onze kinderen die toekomst op orde te brengen?

‘Een belangrijke stap is het ontwikkelen van een integrale benadering van jeugd en onderwijs. Denk aan integrale kindcentra in wijken, waar basisonderwijs, jeugdzorg, kinderopvang en buitenschoolse activiteiten samenkomen. Zulke centra bieden niet alleen onderwijs, maar ook zorg en ondersteuning.’

Wat zijn de voordelen van zo’n integrale aanpak?

‘Bij een integrale aanpak kijk je vanuit meerdere disciplines naar kinderen, wat helpt om gedrag te normaliseren in plaats van te medicaliseren. Nu is er vaak een indicatie nodig om zorg te krijgen, maar in een geïntegreerde setting kun je preventief en groepsgericht werken. Dat is gezonder voor jongeren én goedkoper.’

.

‘Brede scholengemeenschappen waarin alle niveaus samenkomen onder één dak, kunnen die segregatie doorbreken en bijdragen aan betere leerprestaties’

.

Wat is er nodig voor deze aanpak?

‘Het vraagt om samenwerking tussen verschillende disciplines. Dan loop je al snel op tegen aparte financieringsstromen, aparte verantwoordingslijnen, aparte inspectiekaders. Dat werkt dus niet. Daarom moeten we ook vaart maken met ‘de Grote Vereenvoudiging’ van regelgeving waar onze denktank voor pleit. Daarmee kunnen we de schotten in financiering, regelgeving en inspectiekaders doorbreken.’

En wat moet er volgens jou in het voortgezet onderwijs van 2040 veranderen?

‘Daar ligt de uitdaging vooral in het tegengaan van segregatie. We hebben nu op veel plekken aparte vmbo-, havo- en vwo-scholen, wat de maatschappelijke cohesie niet ten goede komt. De scholen in de kwetsbaarste wijken, vaak vmbo-locaties, hebben ook het hoogste lerarentekort, terwijl die leerlingen de meeste ondersteuning nodig hebben. Brede scholengemeenschappen waarin alle niveaus samenkomen onder één dak, kunnen die segregatie doorbreken en bijdragen aan betere leerprestaties.’

.

‘Geef leerlingen de tijd om hun talent te ontdekken’

.

Hoe dan?

‘Op brede scholen kunnen leerlingen vakken op meerdere niveaus doen. Het ene vak kun je op mavoniveau volgen en het andere op havoniveau. Meer maatwerk dus. Brede scholen maken het bovendien mogelijk om de selectie naar schoolniveau later te laten plaatsvinden. Nu moeten kinderen op 11- of 12-jarige leeftijd al kiezen, terwijl hun interesses en talenten zich vaak pas later ontwikkelen. Wie is deze leerling en waar wordt hij of zij nou enthousiast van? Geef leerlingen de tijd om hun talent te ontdekken, want in een Nederland met steeds meer ouderen en concurrerende wereldeconomie hebben we al dat talent nodig om die hoopvolle toekomst waar te kunnen maken.’

Deze aanpak van scholen vraagt om fysieke aanpassingen en nieuwe gebouwen. Dat kost geld.

‘Zeker. Er is een paar jaar geleden een interdepartementaal beleidsonderzoek geweest over onderwijshuisvesting. We lopen 20 tot 25 miljard achter op investeringen, gewoon om de basis op orde te hebben. Dus vroeg of laat ontkomt een kabinet er niet aan om meer in onderwijshuisvesting te gaan investeren. Anders stort er een keer een school in. Dit is een enorme kans om schoolgebouwen nu multifunctioneel te gaan maken. Bijvoorbeeld met een nationaal plan, waarbij je jaarlijks 1 tot 1,5 miljard investeert gedurende 20 jaar. Zo zouden we die achterstand kunnen inlopen, de gebouwen toekomstbestendig kunnen maken en de integrale aanpak kunnen doorvoeren. Op de lange termijn is dat beter én goedkoper.’

Wat zou je jongeren mee willen geven?

Ik zou jongeren vooral een hoopvolle boodschap willen geven. Laat je niet ontmoedigen door pessimisme of verhalen over woningnood en afnemende welvaart. Nederland kan er in 2040 echt beter voor staat dan nu, in een sterk Europa. En daar hebben we jou voor nodig, met al je talent en inzet. En het wordt leuker om te werken, omdat de taken die saai en repetitief zijn worden overgenomen door AI en robots. Dus we hebben je vooral nodig vanwege je creativiteit, je kritisch denkvermogen en de unieke vaardigheden die je hebt.’

.

‘Het is een politieke keuze hoe we inkomens verdelen, maar het idee dat je met een praktische route minder perspectief hebt, klopt niet’

.

Wat kunnen jongeren nu al doen?

‘Begin met kritisch kijken naar je eigen talenten en motivatie. In Nederland heerst nog steeds het misverstand dat het vmbo een doodlopende weg is. Vanuit het vmbo kun je doorstromen naar het mbo en een goed betaalde baan vinden. Als je wilt kun je doorstromen naar het hbo en zelfs de universiteit. Kies de route die bij je past – praktisch of theoretisch – en weet dat je met motivatie en talent ver kunt komen.’

Er zijn zorgen over de lagere salarissen in praktische beroepen. Zijn die onterecht?

‘Het is een politieke keuze hoe we inkomens verdelen, maar het idee dat je met een praktische route minder perspectief hebt, klopt niet. We hebben vakmensen keihard nodig, en die vraag zal alleen maar toenemen. De salarissen zijn al aan het veranderen. Het tekort aan arbeidskrachten bij een vergrijzende bevolking is eigenlijk het grootste probleem, de grootste rem op onze mogelijke groei. Er is voor iedereen heel veel te doen in 2040. En als wij dat met elkaar goed doen, staat er ook niemand buitenspel.’

Tot slot: wat is jouw boodschap aan beleidsmakers die ons leven in 2040 gaan vormgeven?

‘Maak keuzes met het oog op de jeugd, niet op de begroting van volgend jaar. We hebben nu de kans om te investeren in een hoopvolle toekomst – een toekomst waarin iedereen meedoet, waarin talent tot bloei komt, en waarin Nederland sterker, groener en menselijker is dan ooit. Maar dan moeten we nú durven kiezen.’