De spanning groeit tussen de grote problemen die we voor de toekomst hebben op te lossen en de huidige kortetermijngerichtheid van de politiek. De politiek is dusdanig versplinterd dat het lastig is lange lijnen uit te zetten. Hierdoor blijft ze pleisters plakken zonder structurele oplossingen door te voeren. Het gebrek aan politieke keuzes op hoofdlijnen gaat gepaard met overmatige aandacht voor uitzonderingen en details. Door de voortdurende stapeling van beleid en compensatiemaatregelen is de complexiteit van wetten, regels en van de inrichting van onze instituties te groot geworden. Dit is funest voor de uitvoerbaarheid van beleid in de praktijk. Politieke besluitvorming is daarnaast onvoldoende transparant. Op landelijk niveau nemen bestuurders steeds vaker beslissingen zonder dat volksvertegenwoordigers daar tijdig over kunnen meepraten.
De totale overheidsuitgaven nemen toe. De afgelopen 25 jaar is de volumegroei van het bbp ruim 60 procent geweest. De begroting van de rijksoverheid is harder gestegen: van 163 miljard euro in 1995 naar 400 miljard in 2021.
Bron: CBS (2022) en Rijksoverheid (2022)
Het aantal beleidsambtenaren bij het Rijk neemt toe. Het aantal rijksambtenaren is tussen 2017 en 2021 met 18,5 procent toegenomen. Binnen deze groep nam het aantal beleidsambtenaren met 25,5 procent toe en het aantal ambtenaren in de uitvoering met 16,5 procent.
Bron: BZK/ICTU (2022) Staat van de uitvoering, Jaarrapportage bedrijfsvoering Rijk (2014), Jaarrapportage bedrijfsvoering Rijk (2021)
De overheid werft ambtenaren steeds minder op grond van hun specialistische kennis. De rijksoverheid stelt minder vaak inhoudelijke eisen bij het werven van personeel. In 2015 werd er bij 29 procent van de vacatures minimaal één inhoudelijke eis gesteld (exclusief juristen); in 2022 was dit bij 11 procent van de vacatures het geval.
Sinds 2018 stijgt het aantal specifieke uitkeringen gekoppeld aan korte termijn doelen bij gemeenten. De rijksoverheid financiert decentrale overheden op verschillende manieren. Eén van die manieren is de ‘specifieke uitkering’. Dit is een uitkering met een concreet doel, dat meestal op korte termijn moet worden behaald. Decentrale overheden kunnen geen eigen afweging maken over de besteding van deze middelen. Na een jarenlange daling van de specifieke uitkeringen zijn deze sinds 2018 sterk toegenomen, van 16 (8,0 miljard euro) tot 131 (13,5 miljard euro) in 2022.