Deel dit artikel:

EEN VERHAAL
VOOR NEDERLAND
IN 2040

Hoe ziet Nederland eruit in 2040? Hoe wonen we dan? Hoe liggen land en natuur erbij? Hoe is het leven in onze dorpen en steden? Waarmee verdienen we ons geld? Wat is de positie van Nederland in Europa en in de wereld? Hoe gaat het met de gezondheidszorg, het onderwijs en onze sociale zekerheid?



Op al deze vragen zijn antwoorden nodig. Antwoorden, die samen een realistisch en hoopgevend toekomstbeeld schetsen van ons land. Nederland heeft behoefte aan een verhaal. Een verhaal dat helpt om keuzes te maken. Keuzes die nodig zijn om het hoofd te bieden aan de problemen die we de komende decennia hebben op te lossen. 1 Raad van State (2023) Jaarverslag 2022

Dit is dat verhaal. Een verhaal van Nederland in 2040, samengesteld door de Denktank Nederland 2040. Aan toekomstbeelden op deelterreinen, zoals energie, wonen of onderwijs is geen gebrek. Wij proberen hier in grote lijnen een hoopgevend, realistisch én samenhangend verhaal te schetsen voor heel Nederland.

Het is van belang vooraf te benadrukken wat dit verhaal niet is. Dit is geen blauwdruk. Niemand weet wat 2040 precies zal brengen. Als denktank weten we dat ook niet. We proberen, in alle bescheidenheid en met de hulp van vele anderen, te schetsen hoe Nederland er in 2040 uit zou kunnen zien. Niet omdat we denken dat we het exact zo kunnen gaan maken, maar wel vanuit het besef dat de ontwikkeling van ons land uiteindelijk aan ons allemaal is, als Nederlandse samenleving.

Dit verhaal is geen gemakkelijk wensbeeld. De komende zeventien jaar moet er veel veranderen in ons land. En daarvoor moeten nu keuzes worden gemaakt. Keuzes die goed zijn voor het algemeen belang op de lange termijn, maar die op de korte termijn pijn doen en specifieke deelbelangen raken. Voor veel keuzes doen we een voorzet, in het volle besef dat het ook anders kan. Maar dát we samen keuzes moeten maken, is helder.

Dit verhaal is bewust een conceptverhaal. Het is bedoeld om ermee de boer op te gaan. In gesprek met iedereen die hier tijd voor wil maken. Dit verhaal is een discussiestuk. Wat vind jij van de geschetste richting? Deel jij de keuzes die we maken? We zijn heel benieuwd. De komende maanden zullen we door het hele land heen over dit verhaal gaan praten. Aan de hand van de reacties zullen we als denktank dan een volgende, betere, versie maken. Alle kritieken en verbetersuggesties zijn welkom.

Dit verhaal bestaat uit drie hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk ‘Waarom: Prognose en urgentie’ beantwoorden we de vraag wat we verwachten voor 2040 en waarom we als denktank menen dat het anders moet. We beschrijven de relevante trends en zes beweegredenen die verandering noodzakelijk maken.

Het tweede hoofdstuk heet ‘Waartoe: Toekomstbeeld’. Hierin beschrijven we hoe Nederland eruitziet in 2040. We doen dit aan de hand van drie hoofddoelen. Nederland is in 2040 krachtiger, groener en menselijker.

In het derde hoofdstuk ‘Hoe’ beschrijven we, terugkijkend vanuit 2040, hoe het ons is gelukt om de verwachtingen en het toekomstbeeld bij elkaar te brengen. We zullen hierin de zes belangrijkste veranderprincipes uit de doeken doen.



Waarom?

Prognose en urgentie: Wat verwachten we voor 2040 en waarom is verandering noodzakelijk?



Niemand weet wat 2040 precies zal brengen. Toch zijn er trends en prognoses op basis waarvan we al een beeld kunnen geven van hoe Nederland er dan voor zal staan. Om dat te kunnen doen moeten we eerst kort schetsen hoe Nederland er nu voorstaat.

Nederland heeft nu, in 2023, een goede uitgangspositie, vergeleken met andere landen. We leven in een stabiel en veilig land. Samenleving, bedrijfsleven en overheid functioneren heel behoorlijk. We zijn rijker dan ooit. En de werkloosheid is ongekend laag.

De Nederlandse economie groeit de komende zeventien jaren minder hard dan voorheen. Een gemiddelde groei van tenminste 1 procent per jaar, is de verwachting.3CPB/PBL (2015), Toekomstverkenning Welvaart en Leefomgeving. Rekenen we daarmee en met de inflatie, dan zal ons nationaal inkomen in 2040 ruim 1750 miljard euro bedragen.4CPB (2023), Centraal Economisch Plan, raming maart 2023. Dat is bijna tweemaal zoveel als in 2020.

 

In 2040 is het Nederlands nationaal inkomen gegroeid tot zo’n 1759 miljard

Bruto binnenlands product (bbp) in miljarden euro's. Cijfers vanaf 2023 zijn prognoses. Cijfers tot 2027 zijn gebaseerd op de bijlagen bij de ramind maart 2023 van het CPB. De berekening voor latere jaren gaat uit van een groeivoet van respectievelijk 3,2 procent (2027 - 2031) en 3 procens (2031 - 2040). Bron: CPB (2023) Centraal Economisch Plan

Bruto binnenlands product (bbp) in miljarden euro’s. Cijfers vanaf 2023 zijn prognoses. Cijfers tot 2027 zijn gebaseerd op de bijlagen bij de ramind maart 2023 van het CPB. De berekening voor latere jaren gaat uit van een groeivoet van respectievelijk 3,2 procent (2027 – 2031) en 3 procens (2031 – 2040). Bron: CPB (2023) Centraal Economisch Plan

 

We hebben nu een relatief gelukkige en goed opgeleide bevolking.5CBS (2022), Enquête Sociale samenhang en welzijn.6CBS (2022), Steeds meer hoogopgeleiden in Nederland. Publieke voorzieningen zijn over het algemeen goed. De criminaliteit daalt al jaren.7CBS (2022), Veiligheidsmonitor 2021. De (digitale) infrastructuur werkt naar behoren. We hebben een open, vrije en functionerende democratische rechtstaat. En Nederlanders hebben relatief veel vertrouwen in elkaar en in de rechtstaat. 8SCP (2023), Burgerperspectieven. 

Tegelijk is dit maar één kant van de medaille. Dat we gemiddeld zo welvarend zijn, betekent niet dat iedereen het goed heeft. Hoewel de armoede in Nederland daalt, leven in 2023 naar schatting nog ongeveer 830 duizend mensen onder de armoedegrens.9SCP, CPB (2022), Kennisnotitie Armoede ramingen.

Daarnaast vindt ruim 60 procent van de Nederlanders dat het de verkeerde kant opgaat met het land.10SCP (2023), Burgerperspectieven. Mensen zijn ontevreden en onzeker, over hoge prijzen, de woningnood, het klimaat, de oorlog in Oekraïne, vluchtelingen en over het functioneren van de overheid.11SCP (2023), Burgerperspectieven.Wat betreft de politiek bevinden we ons in een wat paradoxale situatie: enerzijds liggen er grote problemen voor waarbij mensen juist sturing van de politiek verwachten, terwijl anderzijds het vertrouwen in politici een dieptepunt heeft bereikt.

 

Het vertrouwen van mensen in elkaar is hoog; dat in politici en de Tweede Kamer is sinds 2020 sterk gedaald.

Percentage personen van 15 jaar en ouder dat de meeste mensen over het algemeen te vertrouwen vindt en dat heel veel of tamelijk veel vertrouwen heeft in diverse organisaties en hun functioneren. Bron: CBS (2023)

Percentage personen van 15 jaar en ouder dat de meeste mensen over het algemeen te vertrouwen vindt en dat heel veel of tamelijk veel vertrouwen heeft in diverse organisaties en hun functioneren. Bron: CBS (2023)

 

We zullen als land op diverse fronten in beweging moeten komen. We beschrijven hier de zes belangrijkste beweegredenen die we als denktank zien:

 

1. Klimaat en natuur

De eerste beweegreden is de verandering van het klimaat en de natuur. De wereldpopulatie én de wereldeconomie zullen de komende jaren hard doorgroeien.12OECD (2018), The Long View: Scenarios for the World Economy in 2060. De druk op onze al overbelaste planeet zal verder toenemen. De consequenties kennen we inmiddels: de opwarming van de aarde veroorzaakt extreem weer, bosbranden, overstromingen en zeespiegelstijging; de snelle afname van de biodiversiteit en de kwaliteit van de natuur bedreigt de leefbaarheid van de aarde. Net als de voortdurende vervuiling van de lucht, het water, de grond en de uitputting van natuurlijke bronnen dat doen. 13We gebruiken in 2040 nog meer grondstoffen dan nu. OECD (2019), Global Material Resources Outlook to 2060. De verandering van klimaat en natuur is een levensbedreigende trend, ook voor de mensheid zelf. Verandering is noodzaak.

 

2. Bevolkingsgroei en vergrijzing

De tweede beweegreden is gelegen in de bevolkingsgroei en de vergrijzing. In 2040 zijn we vrijwel zeker met meer. Nederland telt dan zo’n twintig miljoen mensen.14NIDI/CBS (2020), Bevolking 2050 in beeld. Drukker, diverser, dubbelgrijs.

 

In 2040 zijn we met 18 tot 21 miljoen mensen

Aantal miljoen Nederlanders op 1 januari van het betreffende jaar. Cijfers vanaf 2024 zijn prognoses. De grijze achtergrond rondom de lijn geeft het 95% betrouwbaarheidsinterval weer. Bron: CBS Statline (2022)

Aantal miljoen Nederlanders op 1 januari van het betreffende jaar. Cijfers vanaf 2024 zijn prognoses. De grijze achtergrond rondom de lijn geeft het 95% betrouwbaarheidsinterval weer. Bron: CBS Statline (2022)

 

De bevolking groeit vooral door mensen die uit andere landen naar Nederland komen. De steden groeien naar verwachting harder dan de rest van het land.15CPB/PBL (2015), Toekomstverkenning Welvaart en Leefomgeving. We zijn, doordat de vergrijzing in 2040 zijn hoogtepunt bereikt, gemiddeld ouder dan nu. In 2040 piekt ook de druk op het AOW-pensioen. 16Ministerie van Financiën (2023), Miljoenennota. Nederland telt in 2040 ongeveer 2,6 miljoen 75-plussers, dat is 85 procent meer dan begin jaren twintig. 17RIVM (2018), Volksgezondheid Toekomst Verkenning. Een recordaantal mensen heeft dan zorg nodig, terwijl de beroepsbevolking de komende zeventien jaar licht blijft krimpen. 18WRR (2021), Kiezen voor houdbare zorg. Ook neemt het aantal beschikbare mantelzorgers snel af.19RIVM (2018), Volksgezondheid Toekomst Verkenning. De zorgkosten groeien naar verwachting sneller dan de economie. Hierdoor is straks de ‘houdbaarheid’ van onze welvaart en van de zorg in het geding. Het is nog onzeker wat arbeidsmigratie hierin zal gaan betekenen. In alle scenario’s is de bevolking in 2040 omvangrijker, ouder en meer divers dan nu.

 

In 2040 zijn er minder mogelijke mantelzorgers per 85-plusser

Aantal mogelijke mantelzorgers, berekend als het aantal 50-74 jarigen per 85-plusser. Cijfers vanaf 2020 zijn prognoses. Bron: PBL (2020)

Aantal mogelijke mantelzorgers, berekend als het aantal 50-74 jarigen per 85-plusser. Cijfers vanaf 2020 zijn prognoses. Bron: PBL (2020)

 

3. Digitale revoluties en artificiële intelligentie

De derde beweegreden is de voortdurende technologische ontwikkeling. Nederland loopt voorop in digitalisering, internettoegang en specifieke high tech, zoals chipmachines. De komende jaren zal de ontwikkeling van robotisering, digitalisering, artificiële intelligentie, sociale media en gentechnologie onze samenleving blijven veranderen. Ten goede: met een krimpende beroepsbevolking waarin mensen naar verwachting minder uren per week betaald werken,20CPB (2019), Arbeidsparticipatie en gewerkte uren tot en met 2060. zijn automatisering en digitalisering belangrijke manieren om onze arbeidsproductiviteitsgroei en daarmee brede welvaart op peil te houden.

Maar aandachtspunten zijn er ook. Denk aan de kwetsbaarheden en bedreigingen die horen bij digitalisering en de ontwikkeling van artificiële intelligentie. Of denk aan cybercriminaliteit, online politieke beïnvloeding, aantasting van privacy, desinformatie (deepfake) of cyberoorlog. In de komende zeventien jaar zullen we vooral moeten leren om te gaan met onvoorziene technologische ontwikkelingen die ons leven ingrijpend veranderen. Daar zullen we nog veel meer dan nu voortdurend alert op moeten zijn.

 

4. Geopolitiek en Europa

De vierde reden voor Nederland om in beweging te komen, is geopolitiek. De komende zeventien jaar gaat de huidige wereldorde ingrijpend veranderen. Wereldwijd groeit de economie harder dan in Europa.21OECD (2018), The Long View: Scenarios for the World Economy in 2060. China is in 2040 veruit de grootste economie van de wereld. En India, nu al wat inwoners betreft het grootste land van de wereld, is dan hard op weg om de Verenigde Staten van de tweede plek te verdrijven. 22OECD (2018), The Long View: Scenarios for the World Economy in 2060. Ook voor Afrika worden snelle economische ontwikkeling en ongekende bevolkingsgroei verwacht. 23Clingendael Spectator (2020), De gevolgen van Afrika’s kolossale bevolkingsgroei. Waar de Nederlandse bevolking de komende jaren alleen groeit door migratie, groeit de wereldbevolking autonoom door. 24United Nations (2022), World Population Prospects.

 

In 2040 vormen China en India een groter percentage van de wereldeconomie dan nu; de Verenigde Staten en Europese Unie een kleiner percentage

Percentage dat de economie van een grootmacht uitmaakt van de wereldeconomie. In deze berekening bestaat de Europese Unie uit 27 lidstaten. Cijfers na 2019 zijn prognoses. Bron: Joint Research Center Europese commissie (2021)

Percentage dat de economie van een grootmacht uitmaakt van de wereldeconomie. In deze berekening bestaat de Europese Unie uit 27 lidstaten. Cijfers na 2019 zijn prognoses. Bron: Joint Research Center Europese commissie (2021)

 

Europa wordt relatief minder belangrijk in de wereld, zowel qua aantal inwoners, als qua economische en politieke macht. Hierdoor neemt het belang van de Europese Unie (EU) voor een klein land als Nederland, juist toe. We kunnen niet langer uitgaan van vrijhandel en een betrouwbare internationale rechtsorde. We moeten ons voorbereiden op een wereld waarin landen en machtsblokken meer ‘transactioneel’ handelen vanuit eigenbelang (voor wat, hoort wat). Het beschermen van de eigen economie (protectionisme) wordt nog belangrijker. De oorlog in Oekraïne laat zien hoezeer de machtsverhoudingen nu al op scherp staan.

De druk op beschikbare grondstoffen, energie en water neemt toe. Wereldwijd zijn meer conflicten te voorzien vanwege de gevolgen van klimaatverandering en de groeiende tekorten aan grondstoffen en water. Ook zullen door bevolkingsgroei, economische ontwikkelingen en klimaatverandering naar verwachting meer mensen naar Europa willen komen. Deze veranderingen hebben allemaal consequenties voor Nederland en voor onze positie in de Europese Unie en in de wereld.

 

In 2040 gebruiken we op wereldschaal méér grondstoffen

Mondiaal grondstoffengebruik in gigaton. Gegevens vanaf 2017 zijn prognoses. Bron: OECD Global Material Resources Outlook (2019)

Mondiaal grondstoffengebruik in gigaton. Gegevens vanaf 2017 zijn prognoses. Bron: OECD Global Material Resources Outlook (2019)

 

5. Sociale versplintering en onvrede

De vijfde beweegreden is de sociale samenhang in Nederland. Ook daar gaat het niet goed mee. Er spelen hierbij verschillende factoren. Een groeiend deel van Nederland voelt zich onvoldoende gehoord en lijkt politiek afgehaakt. 25Staatscommissie Parlementair Stelsel (2018), Lage drempels, hoge dijken en De Voogd, J. & Cuperus, R. (2021), Atlas van Afgehaakt Nederland. Ons land wordt inmiddels gekenmerkt door talloze kloven: tussen arm en rijk, tussen gezond en ongezond, tussen klassen 26SCP (2023), Eigentijdse ongelijkheid. Volgens het SCP behoort 1 op de 6 Nederlanders tot de laagste klassen (het precariaat en de onzekere werkenden). Deze mensen hebben relatief weinig geld, weinig contacten en weinig andere hulpbronnen. Ze zijn veel minder tevreden met hun leven dan de rest van Nederland, zijn minder gezond, minder maatschappelijk betrokken en gaan minder vaak stemmen., wijken, scholen en opleidingsniveaus. 27SCP (2021), Samen of gescheiden naar school. Een groeiend deel van de Nederlanders maakt zich zorgen over immigratie en integratie.28SCP (2023), Burgerperspectieven.

Uitsluiting op basis van persoonskenmerken, zoals seksisme of racisme, blijft een hardnekkig probleem. Online en offline verwensingen en bedreigingen, ook in de politiek, zijn tekenen van verruwing van de omgangsvormen, waarover Nederlanders zich al jaren ernstig zorgen maken.29SCP (2023), Burgerperspectieven. Eén op de twee vrouwen en één op de vijf mannen krijgt in hun leven te maken met fysiek seksueel grensoverschrijdend gedrag. Inmiddels vindt zo’n 57 procent van de Nederlandse bevolking dit een groot probleem. 30I&O (2023), Onderzoek seksueel grensoverschrijdend gedrag. Ook ongelijke machtsverhoudingen op het werk worden steeds vaker aangekaart. De emancipatie en de zoektocht naar nieuwe respectvolle omgangsvormen zijn nog lang niet klaar.

Veel mensen vinden het moeilijk te vertrouwen op de solidariteit van het collectief. Tegelijk verlangen Nederlanders juist in grote meerderheid naar gedeelde publieke waarden en onderlinge solidariteit. 31SCP (2023), Burgerperspectieven. Reden genoeg om in de komende jaren écht te werken aan het oplossen van sociale versplintering, haperende emancipatie en groeiende onvrede.

Mariëtte Hamer

“Uitsluiting op basis van persoonskenmerken, zoals seksisme of racisme, blijft een hardnekkig probleem. De emancipatie en de zoektocht naar nieuwe respectvolle omgangsvormen zijn nog lang niet klaar.” – Mariëtte Hamer (denktanklid)

 

6. Politieke onmacht en overheidsfalen

De zesde en laatste belangrijke beweegreden betreft het al genoemde functioneren van politiek en overheid. Groningen, het toeslagenschandaal en de stikstofcrisis zijn voorbeelden van wat er gebeurt als de overheid niet op tijd ingrijpt of bijstuurt. De spanning groeit tussen de grote problemen die we voor de toekomst hebben op te lossen en de huidige kortetermijngerichtheid van de politiek. De politiek is dusdanig versplinterd dat het lastig is lange lijnen uit te zetten. Hierdoor blijft ze pleisters plakken zonder structurele oplossingen door te voeren. Het gebrek aan politieke keuzes op hoofdlijnen gaat gepaard met overmatige aandacht voor uitzonderingen en details. Door de voortdurende stapeling van beleid en compensatiemaatregelen is de complexiteit van wetten, regels en van de inrichting van onze instituties te groot geworden. Dit is funest voor de uitvoerbaarheid van beleid in de praktijk.32BZK/ICTU (2023), Staat van de Uitvoering 2022. Politieke besluitvorming is daarnaast onvoldoende transparant. Op landelijk niveau nemen bestuurders steeds vaker beslissingen zonder dat volksvertegenwoordigers daar tijdig over kunnen meepraten.33Omtzigt, P. (2023), Thorbeckelezing.

De overheid kampt met efficiëntie- en sturingsproblemen.34Kalshoven F. en Verbraak M. (2018), Wat veroorzaakt overheidsfalen? Naar een rijker beeld van overheidshandelen. Het is in een ‘glokaliserende’ samenleving zoeken naar het juiste schaalniveau voor beleid en uitvoering.35Fraanje, R. (2019), Het rijk als het nieuwe middenbestuur en Barber, B. (2013). If Mayors Ruled the World: Dysfunctional Nations, Rising Cities. Moeten we iets globaal of Europees regelen of juist lokaal? En terwijl het aantal beleidsambtenaren bij het Rijk tussen 2017 en 2021 met een kwart is toegenomen, schiet de kwaliteit, de uitvoerbaarheid en de handhaving van het beleid te vaak tekort. 36BZK/ICTU (2023), Staat van de Uitvoering 2022. Het profiel van ambtenaren wordt meer politiek-strategisch en minder dossier-inhoudelijk.37Groene Amsterdammer (2023), Lege glazen torens. Er is, mede hierdoor, structureel te weinig capaciteit beschikbaar voor uitvoering, waaronder ook handhaving van bestaande wetten en regels.

Dit zijn volgens de denktank de zes belangrijkste redenen waarom we als land in beweging moeten komen. Scherpe keuzes en daadkracht zijn noodzaak. We willen als denktank Nederland hoopvol in beweging brengen. Tegenover de huidige kortetermijngerichtheid willen we een optimistisch toekomstbeeld zetten. Dit toekomstbeeld is dan waar we de komende jaren samen naartoe kunnen werken, grotendeels stapsgewijs, maar ook door een aantal verregaande ingrepen. Hoe? Dat is van later zorg. Laten we eerst ons toekomstbeeld maar eens uit de doeken doen.



Waartoe?

Toekomstbeeld: Hoe ziet Nederland eruit in 2040?



Welkom in 2040. We hebben de tijd zeventien jaar vooruit gespoeld. Nederland is een krachtiger, groener en menselijker land dan in 2023. Krachtiger, groener, menselijker. Voor elk van deze drie begrippen zullen we hieronder beschrijven hoe dat er nu uitziet, in 2040.

 

Een krachtiger Nederland

Krachtiger betekent kortgezegd dat Nederland er nu sterker voor staat dan in de jaren twintig. Het gaat ons ook economisch voor de wind. We investeren structureel in mensen, kennis, innovatie en infrastructuur. We hebben een overheid die uitblinkt in eenvoud en slagkracht. We hebben politici die durven te kiezen en die oog hebben voor de lange termijn. En we dragen in Europees verband bij aan mondiale vrede, veiligheid en voorspoed.

 

Duurzame groei

Een krachtiger Nederland betekent dus om te beginnen dat we als land nu nog welvarender zijn dan we al waren in 2020. De economie is de afgelopen jaren gestaag doorgegroeid. Tegelijkertijd hebben we de manier waarop we ons geld verdienen én de wijze waarop we ons geld uitgeven radicaal omgegooid.

De drie grote economische omwentelingen, de energietransitie, de voedseltransitie en de circulaire transitie hebben onze samenleving fundamenteel veranderd.73Rotmans, J. (2021), Omarm de chaos. De grijze economische groei van vroeger hebben we grotendeels weten om te buigen naar duurzame groei. Dat betekent dat onze economie anders groeit, waardoor we binnen de planetaire grenzen blijven.74Baarsma, B. (2022) Groene groei.

Alleen bedrijven die goed zijn voor de economie, voor mens, dier én milieu hebben nog bestaansrecht in het Europa van 2040. Die keuze hebben we als samenleving heel duidelijk gemaakt. Het kon ook niet anders. Begin deze eeuw bevonden we ons economisch en ecologisch op een dood spoor. Dat zag iedereen, wetenschap, politiek, burgers én bedrijfsleven.

Gaandeweg hebben we in de Europese Unie de afgelopen decennia stapsgewijs de kwaliteitsnormen van producten en diensten verhoogd en zijn we de werkelijke kosten voor mens en milieu in gaan prijzen. Dit was een voortdurende, maar onvermijdelijke strijd, waarin bedrijven, burgers, overheden en wetenschap samen de lat steeds hoger hebben gelegd. Overheden bieden bedrijven nu de heldere kaders die ze nodig hebben om langetermijninvesteringen te kunnen doen. Duurzame bedrijven krijgen binnen deze kaders alle ruimte om te ondernemen, mede dankzij ons nieuwe belastingstelsel dat internationaal veel wordt geprezen om zijn eenvoud en effectiviteit.75Zie Idee Eenvoudige belastingen: makkelijker én groener.

 

Productief hogelonenland

Dat Nederland krachtiger is dan voorheen, merk je ook op de arbeidsmarkt. We zijn met ongeveer twintig miljoen mensen waarvan ongeveer tien miljoen mensen betaald werk hebben. Er wordt hard gewerkt. Vooral de arbeidsdeelname van vrouwen en ouderen is gestegen. Mannen werken gemiddeld wat minder uren per week dan in het begin van de eeuw, vrouwen juist wat meer.76CPB (2019), Arbeidsparticipatie en gewerkte uren tot en met 2060.

Ondanks de ongekende technologische vooruitgang, blijven goed opgeleide mensen voor de meeste organisaties de cruciale succesfactor. De brutolonen liggen een stuk hoger dan twintig jaar geleden. En omdat de belasting op inkomen uit werk lager is, houden mensen daar netto meer van over. Werken loont. En werk is goed en waardig werk, voor iedereen. Dat betekent dat werk behalve een goed inkomen ook een zekere vrijheid biedt, dat het een beroep doet op wat mensen kunnen, dat het voorziet in goede sociale relaties met klanten en collega’s en dat het mensen voldoende tijd en ruimte biedt voor hun privéleven.77WRR (2020), Het betere werk. De nieuwe maatschappelijke opdracht.Ondanks dat door robotisering, artificialisering78Artificialisering is de overname van voorheen menselijke taken door artificiële intelligentie. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het werk van callcentermedewerkers, tekstschrijvers, beleidsmakers of codeurs dat nu door artificiële intelligentie wordt gedaan.en het terugdringen van de regeldruk honderdduizenden banen zijn verdwenen, is de arbeidsmarkt nog altijd aan de krappe kant. Werk in bijvoorbeeld de zorg, het onderwijs, de horeca en de cultuursector is grotendeels mensenwerk gebleven. De meeste mensen zijn hierdoor zeker van werk. De juridische en fiscale verschillen tussen wat begin jaren twintig nog ‘vast’ en ‘flex’ heette, zijn weg. Wat vroeger zogenaamd ‘baanzekerheid’ was, is nu werkzekerheid.79Zie Idee Productief kennisland: hoge productiviteit, waardig werk.

Bedrijfstakken die het moesten hebben van goedkope arbeidskrachten en wat in de jaren twintig neerbuigend ‘wegwerpflex’ heette, zijn er niet meer. De uitbuiting van de mensen die ongeschoolde en slecht betaalde arbeid verrichten in kassen, slachthuizen en distributiecentra is verleden tijd.80Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten (2020), Geen tweederangsburgers. Mensen die van buiten de Europese Unie naar Nederland willen komen om te werken, selecteren we bewust op basis van hun potentiële meerwaarde voor onze samenleving. In veel gevallen leiden we ze er speciaal voor op, al in het land van herkomst.81European Migration Network (2022), Skills mobility partnerships.

Nederland is van een lagelonenland een hogelonenland geworden. En dat kunnen we ons ook permitteren. Dankzij de inzet van technologie is de arbeidsproductiviteit de afgelopen tien jaar weer wat gestegen. Nederland excelleert nu in digitale kennis, vaardigheden én wendbaarheid. Dat is onder meer te danken aan een vast percentage van ons nationaal inkomen voor innovatie, een norm die inmiddels geldt voor de hele Europese Unie. Dankzij de nadruk op scholing en ontwikkeling weten we ons aan te passen aan de nog steeds voortdurend veranderende digitale wereld.

“Goed onderwijs vormt de basis van een leven lang leren. Na de daling van de onderwijsprestaties in het begin van deze eeuw, is het onderwijsniveau in 2040 weer op peil.” – Frank Kalshoven (denktanklid)

 

Investeren in mensen

We zijn, kortom, een ‘hoogproductief kennisland’.82Zie Idee Productief kennisland: hoge productiviteit, waardig werk.Naast technologie spelen onderwijs en kennisontwikkeling hierin een cruciale rol. Het klinkt wat abstract, maar we zijn er via sociale pacten in geslaagd om de vele samenwerkingsverbanden tussen bedrijven, burgers, wetenschap en overheid om te vormen tot netwerken die structureel samenwerken aan onderzoek, ontwikkeling en innovatie. We besteden daar als land dus ook een aanzienlijk groter deel van onze rijkdom aan.

Ontwikkeling begint met een leerlustige en goed opgeleide bevolking. Met mensen waarvoor persoonlijke ontwikkeling, kritisch denkvermogen en sociaal-emotionele vaardigheden nu net zo belangrijk zijn als lezen, rekenen, schrijven en technische vaardigheden. Voor bedrijven en sectoren is het cruciaal om te investeren in de opleiding van hun mensen. Dat hoort bij goed werkgeverschap. Gezondheidsvaardigheden (voor fysieke en mentale gezondheid) zijn een vanzelfsprekend onderdeel van het onderwijs en de beroepsopleidingen voor alle leeftijden. 83Zie Idee Van zorg naar gezondheid: de kracht van preventie. ‘Investeren in mensen’, is het credo van de overheid en van elke werkgever.84Zie Idee Kansrijke kinderen: investeren in de toekomst.

Goed onderwijs, zowel praktisch als theoretisch, vormt de basis van een leven lang leren. Na de daling van de onderwijsprestaties in het begin van deze eeuw, is het onderwijsniveau weer op peil. Achteraf verbazen we ons over de situatie in de jaren twintig, waarin de Nederlandse schooljeugd weliswaar de gelukkigste, maar ook de minst voor school gemotiveerde jeugd van de wereld was. De prestatiedruk, de citostress, de vroegselectie en de wonderlijke scheiding tussen kinderopvang (als publiek betaalde dienst) en het primair onderwijs (eveneens publiek betaald): het komt ons nu vreemd voor.

Kinderen gaan nu ontspannen naar hun school in de wijk. Dat is een ‘integrale school’, naar het Zweedse concept waarin onderwijs, kinderopvang en andere ondersteuning voor gezinnen zijn samengegaan. Integrale scholen zitten in ruim opgezette met groen omgeven gebouwen. Kinderen leren, spelen en presteren er met plezier. Ze krijgen gezond te eten. Bewegen is normaal. Muziek is normaal.85Scherder, E. (2022), Oud worden, jong blijven: Waarom moeite doen loont. Ieder kind kan zich op school optimaal ontplooien.86VN-kinderrechtencomité (2001), Comment nr. 1.

Anders dan vroeger is nu iedereen doordrongen van het besef dat investeren in jonge mensen veel oplevert. 87Heckman, J. (2012), Invest in early childhood development. We bieden kinderen op alle scholen een omgeving waarin ze kunnen floreren, op hun eigen niveau en tempo. Leerkrachten, pedagogisch medewerkers en de professionals in de jeugdzorg werken hierin samen. Het ‘bijspijkeren’ van kinderen die ‘tekortschieten’ zoals we dat vroeger probeerden in individuele behandeltrajecten, komt vrijwel niet meer voor.88Zie Idee Kansrijke kinderen: investeren in de toekomst.

De digitalisering en artificialisering van het onderwijs zijn hierbij onmisbaar geweest. Achteraf bezien is het moeilijk te begrijpen hoe leerkrachten, docenten en professoren hun werk ooit hebben kunnen zonder artificiële intelligentie. Doordat toetsen voorbereiden, nakijken, lesgeven en administratie nu grotendeels door de AI’s worden verzorgd, hebben de mensen in het onderwijs alle tijd om met hun leerlingen en studenten bezig te zijn. Ook om ze AI-wijs te maken. “Flipped learning’, iets waar pedagogen eind vorige eeuw al van droomden, is realiteit geworden.89Bretzmann, J. (2013), Flipping 2.0.

 

Investeren in infrastructuur

Naast permanente ontwikkeling en werkzekerheid is woonzekerheid een belangrijk onderdeel van wat we de ‘brede bestaanszekerheid’ noemen. De woningvoorraad zien we als vitale infrastructuur, die zowel sociaal, financieel als fysiek essentieel is voor de samenleving. Dankzij de flexibilisering van de woningmarkt kan nu iedere Nederlander rekenen op een passend dak boven het hoofd. Woningcorporaties en gemeenten spelen een cruciale rol bij het vorm geven van de woonzekerheid. Woningbouw en woningrenovatie hebben de omgeving waarin we leven en werken leefbaarder gemaakt. Mede hierdoor zijn woningen nu een stabiele langetermijninvestering voor burgers, woningcorporaties, en beleggers. De kwaliteit van de leefomgeving is immers een voorwaarde voor de waardevastheid van het onroerend goed. Woningen zijn hierdoor nu ook een geschikte pensioenbelegging.

We hebben ook al in de jaren twintig bewust en royaal ingezet op de aanleg van moderne infrastructuur. Dat heeft veel geld gekost. Maar nu ligt het er allemaal: een energienet dat de supersnelle elektrificatie heeft kunnen bijbenen, digitale netwerken voor de kennisuitwisseling in wetenschap, zorg, onderwijs en in onze lerende economie en fysieke infrastructuur, zoals de luchthaven, de zeehavens en het Europese netwerk van hogesnelheidslijnen.90Zie Idee Hoogwaardige mobiliteit: Japans openbaar vervoer.

Wat mobiliteit betreft staan we een stuk sterker dan in 2023. Goed, regionale luchthavens zijn er niet meer. Vluchten korter dan 300 kilometer zijn al ruim vijftien jaar verboden.91Zie Idee Hoogwaardige mobiliteit: Japans openbaar vervoer. Maar verder lijken we in Europa wel wat op het Japan van de jaren twintig met ons duurzame, moderne en punctuele openbaar vervoer. In snelle treinen en waterstofbussen zoeven we, vrijwel zonder CO2-uitstoot, door heel Europa. Elektrische deelauto’s en fietsen zijn een vanzelfsprekend onderdeel van ons openbaar vervoer.

Kracht betekent ook veerkracht en adaptatievermogen. We kijken nu nuchter naar de risico’s die ons land loopt en investeren structureel in de kennis en infrastructuur die de basis vormt van onze permanente paraatheid. Pandemieën, financiële crises, cyberdreiging, oorlog. We zijn er, samen met onze Europese en Trans-Atlantische bondgenoten, goed op voorbereid.92Zie Idee Veilig en paraat: anticiperen op gevaren. De veiligheid van onze digitale infrastructuur is gegarandeerd. Sinds de jaren twintig zijn we de kwetsbaarheden in vitale diensten expliciet gaan monitoren. De digitale identiteit van inwoners is goed beschermd. Nederland scoort met Israël, Zuid-Korea en de Verenigde Staten hoog op de lijstjes die gaan over de mate van digitale autonomie en cyberveiligheid. 93Zie Idee Digitaal wendbaar: technologie dient de mens.

 

De grote vereenvoudiging

De kracht van Nederland hebben we ook te danken aan wat we ‘de grote vereenvoudiging’ zijn gaan noemen. Begin van deze eeuw was onze samenleving vastgelopen in regels, wetten en stapels beleid. Met name overheden hadden duizenden beleidsmakers in dienst die, doorgaans met de beste bedoelingen, beleid aan het maken waren, veelal zonder uitvoerders hierbij te betrekken. Beleidsmakers die na elk incident weer een nieuwe regeling moesten bedenken van hun bestuurders.

Toezichthouders, autoriteiten, keurmerkbureaus en inkopers hadden op hun beurt weer duizenden mensen nodig om alle regels te controleren. Voor uitvoerende organisaties, bedrijven, professionals en burgers resulteerde deze beleidsijver in een woud aan onbegrijpelijke bureaucratische ellende. Het moest anders: minder beleid, minder overheid, meer ruimte voor particulier initiatief, voor bedrijven en voor de samenleving.

De rijksoverheid heeft zich gevormd tot een middenbestuur, tussen de decentrale bestuurslagen en de Europese Unie in. 94Raad voor het Openbaar Bestuur (2019), Signalement De Rijksoverheid als middenbestuur. Gemeenten zijn beter en democratisch gelegitimeerd gaan samenwerken in regio’s. Alle overheden richten zich op hun kerntaken: zorgzame dienstverlening aan de samenleving, simpele systemen en goede infrastructuur.

Dat het belastingstelsel groener en eenvoudiger moest, stond al in de regeerakkoorden van 2018 en 2022. Pas eind jaren twintig kwam het tot een radicale vernieuwing, waarbij onder meer het toeslagenstelsel werd afgeschaft, de vele heffingskortingen en aftrekposten verder werden ingeperkt en versoberd. Het belastingsysteem is nu eenvoudiger en effectiever dan ooit.95Zie Idee Eenvoudige belastingen: makkelijker én groener.

De administratieve lasten voor de zorg, het onderwijs en het bedrijfsleven zijn de afgelopen jaren voortdurend verder teruggesnoeid. 96Zie Idee Van zorg naar gezondheid: de kracht van preventie. Dit heeft niet alleen een besparing opgeleverd van tientallen miljarden per jaar, de grote vereenvoudiging was vooral een bevrijding van de samenleving, van de publieke sector én van het bedrijfsleven. Dankzij de grote vereenvoudiging hebben ondernemers, professionals en inwoners de controle terug over hun eigen werk en leven. Het blijkt achteraf ook een belangrijke stap te zijn geweest in het herstel van het vertrouwen en het doen afnemen van het maatschappelijk onbehagen.97Zie Idee Van zorg naar gezondheid: de kracht van preventie.

Willemijn van der Zwaard

“Het terugdringen van complexe bureaucratie is essentieel voor het vergroten van de kracht, de wendbaarheid én de menselijkheid van de Nederlandse samenleving.” – Willemijn van der Zwaard (denktanklid)

 

Heldere keuzes

Begin jaren twintig zagen we ons geconfronteerd met zoveel grote problemen tegelijkertijd dat de politiek niet anders kon dan leiderschap tonen. Politici moesten keuzes maken. Juist met oog op de grote maatschappelijke vraagstukken die voor ons lagen. Die keuzes hebben soms pijn gedaan, zoals we in dit verhaal ook laten zien.

Wat we goed hebben gedaan is dit tijdig onder ogen zien. Dankzij de langetermijnfocus van het huidige beleid kan de overheid inwoners en bedrijfsleven nu beter laten zien welke kant het opgaat. Iedereen is gewend aan participatieve toekomsttrajecten en digitale inspraak.

We hebben steeds ook tijdig aandacht besteed aan mensen en bedrijven die de dupe leken te gaan worden van de noodzakelijke veranderingen. Aandacht voor wat zij in de nieuwe situatie nog wél konden. Aan wat ze nodig hadden om weer mee te kunnen. En als het niet anders kon, hebben we ze ruimhartig gecompenseerd.98Zie Ontwerpprincipes van beleid.

Nederland is hier sterker van geworden. Doordat de politiek leiderschap toont, kunnen we als samenleving duidelijke prioriteiten stellen. Inwoners, bedrijven en wetenschap kunnen hierdoor steeds op tijd komen tot sociaal pacten, de structurele samenwerkingsverbanden waarmee we Nederland nu doelgericht beter maken.99Mazzucato, M. (2021), Mission Economy: a Moonshot Guide to Changing Capitalism.

Rob de Wijk

“Europa is in 2040 relatief minder belangrijk in de wereld, zowel qua aantal inwoners, als qua economische en politieke macht. Hierdoor neemt het belang van de Europese Unie voor een klein land als Nederland, juist toe.” – Rob de Wijk (denktanklid)

 

Internationaal sterk

Nederland staat internationaal sterk dankzij de hechte samenwerking binnen Europa. De Europese Unie is de laatste jaren steeds democratischer en krachtiger geworden. Begrijpelijkerwijs, want internationale afspraken zijn echt onmisbaar. De aanpak van de klimaatproblemen, de noodzakelijke fiscale harmonisatie en de hechte samenwerking met Afrika hadden we nooit voor elkaar gekregen zonder de Europese Unie. Net zoals we de vrede in Europa niet hadden kunnen herstellen zonder de Europese Unie en de NAVO.

De Europese Unie kijkt, in alle bescheidenheid, zelfbewust naar buiten. Nederland, nog altijd de zesde economie van Europa, werkt in EU- en NAVO-verband aan wereldwijde veiligheid en aan duurzame ontwikkeling. Dit omvat onder meer gezamenlijk Europees defensiebeleid, duurzaamheidsbeleid, innovatie- en industriebeleid, de diversificatie van de handel via EU-vrijhandelsakkoorden en een samenhangend migratiebeleid. Als Europese Unie werken we hierin intensief samen met Afrika waarmee de Europese Unie een ‘New Deal’ heeft gesloten over migratie, klimaatverandering en infrastructuur.100Zie Idee Sterk Europa: de EU als wereldspeler.

De immigratie van buiten de EU hebben we de afgelopen jaren ook anders aangepakt: humaner, zakelijker en diplomatieker. Het Europese immigratiebeleid weet nu door een weldoordachte en bewuste koerswijziging balans te houden tussen het belang van de immigrant, het land van herkomst en het Europese belang.101Bertelsmann Stiftung (2015), A Fair Deal on Talent. Het immigratiebeleid is humaner omdat mensen die naar Europa willen komen, weten waar ze aan toe zijn en omdat de illegale arbeidsmigratie en de mensenhandel sterk zijn afgenomen.102VN (2016), The Global Compact. Als onderdeel van de New Deal met Afrika investeren we als Europese Unie in de opleiding van potentiële arbeidsmigranten in hun land van herkomst.103European Migration Network (2022), Skills mobility partnerships.

Het is immigratiebeleid is zakelijker omdat het bij arbeidsmigratie om selectieve arbeidsmigratie gaat, waarin de meerwaarde van de immigrant aan de Europese samenleving doorslaggevend is. Voor Nederland is dit, als hogelonenland, extra van belang, want we hebben nu veel minder behoefte aan ongeschoolde arbeid dan in de jaren twintig.

Het immigratiebeleid is ook diplomatieker omdat de Europese Unie dankzij internationale afspraken de legale migratieprocedures heeft weten te versoepelen en te versnellen, terwijl de illegale arbeidsmigratie is afgenomen, net als het aantal asielaanvragen in Europa. Om te voorkomen dat steeds meer vluchtelingen vanwege klimaatproblemen of humanitaire crisis hun toevlucht zoeken in Nederland, hebben we als Europese Unie de afgelopen decennia wereldwijd hard gewerkt aan het verbeteren van de situatie in de landen van herkomst. Onder meer door daar afspraken over te maken en door op diplomatiek niveau te werken aan de mensenrechten en de duurzaamheidsafspraken.

Het wereldwijd belang van Europa is minder groot dan in het begin van deze eeuw. Toch is de Europese Unie, naast China, India en de Verenigde Staten een van de vier grote economische machtsblokken van de wereld. Internationale handel en internationale samenwerking zijn van groot belang voor economie, vrede en veiligheid. Tegelijkertijd heeft de Europese Unie haar afhankelijkheid van landen als China weten terug te dringen. Wat energie betreft zijn we (grotendeels) zelfvoorzienend. Aan voedsel is in Europa geen gebrek. En voor het leveren van ‘vitale diensten’ zoals zorg en internet zijn we in noodsituaties niet meer afhankelijk van andere landen.104Zie Idee Veilig en paraat: anticiperen op gevaren.

 

Een groener Nederland

Nederland is niet alleen krachtiger en productiever, het is ook stiller, schoner, mooier en groener. Groener betekent dat we nu leven en werken in harmonie met de natuur. Dat onze energievoorziening klimaatneutraal is, onze productie en consumptie veel duurzamer. We consumeren als gezegd niet minder, wel anders. Economische groei is duurzame groei geworden, binnen de planetaire grenzen. Meer ruimte voor groen en voor water maken dat we de gevolgen van de klimaatverandering aankunnen.

 

Wonen in het groen

We wonen ‘in het groen’, ook in steden en dorpen. We hebben meer bomen, planten en water om ons heen. Gemeenten hebben hier samen met hun inwoners de afgelopen jaren een enorme klus geklaard. Vrijwel alle daken zijn groen, of er liggen zonnepanelen op. Of allebei. De lucht is weer schoon.105Zie Idee Groene gemeenten: leven in harmonie met de natuur.

De woningen die we de afgelopen jaren hebben neergezet, zijn op revolutionaire wijze duurzamer geworden. De bouwsector heeft, mede dankzij heldere afspraken met het Rijk, de milieuprestatie-eisen sneller weten op te schroeven dan we hadden gedacht. Driekwart van de bouw is inmiddels volledig circulair. Dat merk je onder andere aan de materialen die bouwbedrijven gebruiken; hout, vlas, hennep, riet. En aan een andere wijze van bouwen. Je ziet aan de modulaire manier waarop gebouwen nu in elkaar worden gezet dat deze ook weer uit elkaar moeten kunnen, voor hergebruik. Van de bestaande huizen zijn er inmiddels ruim vijf miljoen geïsoleerd. Vooral met herbruikbare materialen. 106Zie Idee Circulaire economie: duurzaam produceren en consumeren.

Overlast van luidruchtig en stinkend verkeer, daarbij kunnen we ons niets meer voorstellen. Er dwarrelt vrijwel geen fijnstof meer neer langs drukke wegen. We kunnen al vijf jaar geen nieuwe auto’s meer kopen met een brandstofmotor. Scooters en de tweewielers die we vroeger ‘brommers’ noemden, zijn ook allemaal elektrisch. Behalve groener is de woonomgeving schoner en rustiger. Dit alles heeft aantoonbaar een positief effect op de mentale en fysieke gezondheid van mensen. En hoewel de zomers warmer zijn dan voorheen is de hittestress in steden afgenomen.107Zie Idee Groene gemeenten: leven en werken in harmonie met de natuur.

 

Anders consumeren

Als je kijkt naar hoeveel geld we uitgeven, dan consumeren we niet minder dan vroeger. We consumeren wel heel anders. We kopen minder spullen. Goedkope producten van lage kwaliteit hebben plaatsgemaakt voor hoogwaardiger spullen die lang meegaan, die goed te repareren zijn en waarvan de grondstoffen slim hergebruikt kunnen worden. We geven ook relatief meer geld uit aan immateriële zaken, zoals sport, muziek en cultuur.

De invoering van de Europese Product Passports (PP’s) heeft geholpen om de milieu-impact van producten duidelijk te maken en te beprijzen. 108EURACTIV (2022), Digital product passports become the norm in EU’s green economy plan. We kijken daarbij nu altijd naar de hele levenscyclus van elk product. De wegwerpproducten die we begin deze eeuw massaal importeerden uit Azië, krijgen al bijna tien jaar geen Europese CE-goedkeuring meer.109Zie Keurmerkenwijzer van Milieu Centraal. De prijs én de kwaliteit van kleding, meubels en elektronica zijn hierdoor sterk gestegen.

Niet alleen onze omgang met spullen is anders, ook onze eetgewoonten zijn de afgelopen zeventien jaar veranderd.110www.voedingscentrum.nl. We eten veel minder vlees en zuivel dan vroeger. En we verspillen minder voedsel. Voedsel dat slecht is voor mens of milieu is nu duurder dan in de jaren twintig. Het is gewoon geworden om ongezonde producten, zoals snacks, snoep, frisdrank en alcohol te laten staan. Niet alleen omdat het moet van de overheid of van leefstijlartsen, maar omdat steeds meer mensen beseffen dat het beter is voor het milieu, voor de economie én voor hun eigen gezondheid.

Rania Ali

“We hebben meer waardengedreven politiek nodig. De ideeënstrijd is de essentie van politiek.” – Rania Ali (denktanklid)

 

Duurzaam produceren

We hebben grote stappen gezet in het terugdringen van de vervuiling van het milieu en de uitputting van natuurlijke bronnen. Helemaal circulair is onze economie niet, maar de productie is wel radicaal veranderd, net als in de bouw. De afgelopen jaren hebben industrie, wetenschap en overheden als gezegd intensief samengewerkt. Door jaar in jaar uit steeds hogere eisen te stellen aan producten en diensten is de duurzaamheid ervan spectaculair verbeterd.111Zie Idee Circulaire economie: duurzaam produceren en consumeren.

We hebben inmiddels een volledig klimaatneutraal energiesysteem. Dit terwijl door de noodzakelijke elektrificatie het elektriciteitsverbruik nu tweemaal hoger is dan in de jaren twintig. Het is ons gelukt dankzij wind op zee, zonne-energie, groen gas en aardwarmte.112Zie Idee Circulaire economie: duurzaam produceren en consumeren.Dankzij de productie van groene waterstof voorzien we de industrie en het zware transport van energie. De combinatie van onze duurzame lokale energiesystemen, de grootschalige productie van groene stroom en de goede infrastructuur voor elektriciteit en groene waterstof, maken dat we aan energie geen gebrek hebben.

De productie van vlees en zuivel is nog sterker afgenomen dan de consumptie. Ook dat is een bewuste keuze geweest. De veeteelt is extensief en past in een regeneratieve landbouw waarbij we hoge eisen stellen aan dierenwelzijn.113Zie Wet Dieren. Dit terwijl de productie van groente en fruit juist duurzamer is geworden door verder te intensiveren. Ook deze ommezwaai komt mede doordat de overheid duidelijke keuzes heeft gemaakt en normen heeft opgelegd aan de intensieve veehouderij en de vleesverwerkingsbedrijven. 114Zie Idee Groene gemeenten: leven in harmonie met de natuur.

De landbouw heeft de afgelopen jaren een hoofdrol gespeeld in het noodzakelijke natuurherstel van landschapszones en natuurgebieden. Elke provincie heeft, in nauw overleg met de gemeenten, zo zijn eigen weg gevonden om de balans tussen landbouw en natuur te herstellen. Klimaatadaptatie is daarbij de afgelopen jaren een belangrijk aandachtspunt geweest. We hebben het water de ruimte gegeven, onder meer door ontpoldering, het vrijmaken van de uiterwaarden, en het verleggen van dijken.

Hoewel de zomers steeds extremer worden, hebben we minder last van de droogte. We bergen water tijdig op: in en langs rivieren, in meren en in natuur- en veengebieden. Wateropslag in de wijk is verplicht, in steden is overal de hemelwaterafvoer ontkoppeld van het riool. 115Zie Idee Regionaal geworteld: overal thuis.

Ook als we nu terugkijken op de vergroening van ons land, is het bijzonder om te zien hoe anders overheden, bedrijven, wetenschap en burgers met elkaar samenwerken. Het klimaatneutraal maken van de energievoorziening was een enorme klus. Nu ligt de focus vooral nog op het verder circulair maken van onze consumptie en productie. De politiek heeft het lef gehad om ook hierin duidelijke normen te stellen. We zijn er nog niet, maar we gaan de goede kant op.

 

Een menselijker Nederland

Nederland heeft welzijn, onderlinge betrokkenheid en gelijkwaardigheid de afgelopen jaren hoog op de agenda gezet. En dat is te merken: Nederland is menselijker geworden. Menselijker betekent dat we nu leven in een zorgzame samenleving, waarin mensen tijd en aandacht hebben voor elkaar. Waarin kinderen tot volle bloei komen, waarin we voortdurend investeren in mensen en waarin iedereen kan rekenen op brede bestaanszekerheid. We leven in een land waarin tegenover heldere burgerplichten vanzelfsprekend ook heldere burgerrechten staan.

 

Zorgzame samenleving

Nederland is naast een florerende economie ook een ontspannen, gezinsvriendelijke samenleving, waarin ouderen een betekenisvolle plek hebben en waar mensen zich goed hebben voorbereid op het zo vitaal mogelijk ouder worden. Dankzij de focus op brede welvaart, maken welzijn en gezondheid deel uit van al het beleid.116Zie Idee Zorgzame samenleving: tijd voor elkaar.

We nemen de tijd om te zorgen voor elkaar. We hebben tijdens de bouwgolf van de afgelopen jaren overal woonvormen gerealiseerd die aansluiten bij de woon, zorg en sociale behoeften van ouderen. Professionele hulpverleners, vrijwilligers en mantelzorgers weten elkaar daar goed te vinden. Ook hebben we bij het bouwen veel aandacht gehad voor de grote sociale waarde die samenwonen heeft. De collectieve woonvormen, die we in vele soorten en maten hebben neergezet, zijn een groot succes. Jong en oud hebben nu meer mogelijkheden om samen te leven, ervaren hierdoor meer controle over hun eigen leven en zijn minder wantrouwend.117WRR (2023), Onzekerheid, maatschappelijk onbehagen en persoonlijke controle.Zoals verwacht hebben de sociale woonvormen de gemeenschapszin versterkt en de eenzaamheid wat doen afnemen.

 

Brede bestaanszekerheid

Wat Nederland terugkijkend ook menselijker heeft gemaakt is de eerdergenoemde ‘brede bestaanszekerheid’ waarop iedere inwoner van Nederland nu echt kan rekenen. Dat betekent heel praktisch: 1) toegang tot huisvesting, 2) toegang tot zorg, 3) toegang tot stabiel en voldoende inkomen, 4) toegang tot onderwijs, 5) toegang tot werk, 6) een veilige leefomgeving en natuurlijk, 7) democratische zeggenschap.118Zie Idee Brede bestaanszekerheid: zekerheid in onzekere tijden.

Dit klinkt simpel. En dat is het ook. Iedere Nederlander heeft nu de garantie van voldoende inkomen, via de negatieve inkomstenbelasting. Mensen die onder het sociaal minimum vallen, betalen geen belasting meer, maar ontvangen juist geld om het gat te dichten. Toeslagen zijn daarmee overbodig.

Geen kind groeit nog op in armoede.119Zie Idee Brede bestaanszekerheid: zekerheid in onzekere tijden. We hebben een einde gemaakt aan de wirwar van financiële toekenningsconstructies die voor niemand meer waren te begrijpen, laat staan aan te vragen.120VNG (2023), Essay Bestaanszekerheid als belofte.

Vinzenz Ziesemer

We hebben in 2040 eenvoudige en effectieve belastingen die rechtvaardig voelen. We hebben de belastingdruk verschoven van arbeid naar kapitaal. – Vinzenz Ziesemer (denktanklid)

 

Politieke betrokkenheid

Het gaat nu goed met de sociale betrokkenheid, zowel bij de eigen omgeving, als bij ons land, als bij de Europese Unie. Natuurlijk hebben we grote verschillen van inzicht, opvattingen, keuzes en gedragingen, dat maakt juist deel uit van onze levendige, open democratie. Je hoeft het niet met elkaar eens te zijn om elkaar toch te respecteren en te accepteren. Juist door dit toegenomen democratisch besef ligt het onderling vertrouwen en het institutioneel vertrouwen hoger dan in de jaren twintig. Nederland is echt een high-trust-samenleving en wordt daarom internationaal geprezen.

Mensen, ook jonge mensen, hebben in al hun diversiteit meer zeggenschap over het overheidsbeleid, bijvoorbeeld via burgerberaden. Politiek en media zijn nog altijd scherp en alert maar tegelijk ook reflectiever en minder hijgerig. Journalisten hebben onafhankelijkheid, kwaliteit en betrouwbaarheid hoog in het vaandel staan. Als samenleving hebben we leren omgaan met desinformatie en met de polariserende effecten van wat we in de twintiger jaren ‘sociale media’ noemden. 121Zie Idee Digitaal wendbaar: technologie dient de mens.

 

Goede publieke voorzieningen

De kwaliteit van onze publieke voorzieningen is nu beter dan ooit. De grote vereenvoudiging maakt het voor mensen mogelijk weer naar eigen behoeften mee te doen (leren, werken, zorgen, ontspannen). Digitalisering en artificialisering hebben de rest gedaan. Belastingen, inburgering, gezondheidszorg, arbeidsongeschiktheid, alle systemen zijn zo helder, eenvoudig en gebruikersvriendelijk ingericht dat vrijwel iedereen ermee kan werken. 122Zie mediawijsheid.nl Ook dit was een kwestie van ‘jong geleerd, oud gedaan’.123WRR (2017), Weten is nog geen doen. Een realistisch perspectief op redzaamheid.

We zagen al hoe groot de gevolgen zijn geweest van het terugdringen van de bureaucratie. Samenleving en bedrijfsleven hebben echt ruim baan gekregen. Het is afgelopen met de gedetailleerde bemoeizucht van beleidsmakers en keurmeesters. De regels die we nog hebben, handhaven we consequent.

We hebben eenvoudige en effectieve belastingen die rechtvaardig voelen. Iedereen begrijpt dat we, zeker nu we op de piek van de vergrijzing zitten, de belastingdruk tijdig hebben verschoven van arbeid naar kapitaal en consumptie. Gepensioneerden en werkenden worden fiscaal gelijk behandeld. De belasting op vermogenswinsten, zoals op grond en huizen, hebben we verhoogd. Dankzij digitalisering, artificialisering en de grote vereenvoudiging van het belastingstelsel behoort onze belastingdienst weer tot de top van Europa. De fiscus is niet langer alleen een boeman die boetes uitdeelt, maar een vriendelijke en effectieve dienstverlener, die belastingbetalers jaarlijks bedankt voor hun bijdrage. 124Zie Idee Eenvoudige belastingen: makkelijker én groener.

“Het moet anders: we hebben eenvoudiger en robuuster beleid nodig.” – Wouter Koolmees (denktanklid)

Gelijkwaardigheid

Er is minder regionale ongelijkheid in Nederland. Hoewel de afgelopen jaren relatief meer mensen in de stad zijn gaan wonen, is het voorzieningenniveau in de regio’s de afgelopen zeventien jaar goed hersteld. Bibliotheken, podiumkunsten en musea zijn beter over het land verdeeld. Het ‘15-minuten-principe’, een eenvoudig idee uit het begin van de eeuw, heeft het denken over de inrichting van steden, dorpen en regio’s sterk beïnvloed. En dat is te merken. Scholen, winkels, apotheken en parken vind je nu vrijwel overal op een kwartiertje lopen of fietsen afstand.125Zie Idee Groene gemeenten: leven in harmonie met de natuur.

We investeren ruimhartig in mensen – in jong én oud – en plukken daar de rijke vruchten van. Iedereen die in Nederland woont, doet mee naar eigen behoeften. Het spreekt vanzelf dat tegenover heldere burgerplichten ook heldere rechten staan. Er zijn minder grote verschillen in inkomen, vermogen en toegang. De klassenverschillen die zich begin deze eeuw weer zo schril begonnen af te tekenen zijn afgenomen. 126SCP (2023), Eigentijdse ongelijkheid.

 

Gezondheidsstelsel

Ook al is de bevolking nu gemiddeld wat ouder, de volksgezondheid is beter dan vroeger. We bewegen weer voldoende, hebben meer aandacht voor mentale kracht en voor gezond voedsel. Leefstijlinterventies zijn vooral gericht op het collectief en niet op het individu.127Zie Idee Van zorg naar gezondheid: de kracht van preventie. Voor werkgevers is het vanzelfsprekend om te zorgen voor een mentaal en fysiek gezonde werkomgeving.128VNO-NCW (2021), Ondernemen voor brede welvaart: Naar nieuw Rijnlands samenspel.

Het zorgstelsel is een gezondheidsstelsel geworden. We gaan hierbij uit van een breed gezondheidsbegrip waarbij gezondheid meer is dan de afwezigheid van ziekte. Het gaat ook om iemands leefsituatie en om hoe iemand mentaal en fysiek omgaat met ziekte, beperking of tegenslag.

Dit betekent dat de publieke gezondheidszorg veel belangrijker is geworden. We geven nu dan ook relatief meer geld uit aan gezondheidsbevordering en gezondheidsbescherming en minder aan zorgconsumptie.129RV&S (2023), Op onze gezondheid. Mensen zijn meer gewend om eerst bij elkaar hulp te zoeken. Het is makkelijker dan vroeger om tijdelijk voor anderen te zorgen. Gemeenten, verzekeraars, zorgaanbieders en werkgevers besteden structureel geld aan het voorkomen van ziekten en het beschermen van de gezondheid van mensen.

 

De grote vereenvoudiging in de zorg

De nieuwe organisatie van het zorgstelsel was een belangrijk onderdeel van de grote vereenvoudiging. De gedetailleerde prestatiebekostiging in de zorg hebben we afgeschaft. Zorgverleners hoeven hierdoor niet iedere klacht meer te voorzien van een ziektelabel. Het aantal overbodige behandelingen is sterk afgenomen. Zorgverleners hebben weer tijd voor hun cliënten en patiënten. Controle- en regeldruk zijn gedecimeerd. Dankzij verdere digitalisering en artificialisering besteden zorgverleners nu in de praktijk vrijwel geen tijd meer aan administratie.

De curatieve zorg doet minder dan voorheen. Zorgverleners zijn gestopt met behandelingen die nauwelijks kwaliteit van leven toevoegen. De gezondheidszorg richt zich minder op ‘nog ouder moeten worden’, en meer op ‘goed oud zijn’. Mensen leven langer in goede gezondheid dan vroeger. En ze kiezen er aan het einde van hun leven steeds vaker voor om waardig te sterven.130ZonMw (2023), Vierde evaluatie Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding.

“Als we inwoners van Nederland in 2040 vragen de overheid te beschrijven, dan gebruiken ze termen als ‘zorgzaam’, ‘dienstbaar’, ‘betrokken’ en ‘nabij’.” – Karima Bouchtaoui (denktanklid)

 

Betrokken overheid

Als we inwoners van Nederland nu vragen de overheid te beschrijven, dan gebruiken ze termen als ‘zorgzaam’, ‘dienstbaar’, ‘betrokken’ en ‘voorkomend’. De onthechte controlebehoeftigheid die zo typerend was voor hoe onze overheden begin van deze eeuw opereerden, heeft plaatsgemaakt voor respectvolle nabijheid, goede bereikbaarheid en een persoonlijke benadering. Gemeenten spelen hierin nadrukkelijker hun rol.

De overheid is voor wie dat wil en kan volledig digitaal toegankelijk geworden. Tegelijkertijd houden overheden én bedrijven nu rekening met wat mensen wél en niet kunnen. Bij elke grote wets- of beleidswijziging toetsen we zorgvuldig op uitvoerbaarheid, gevolgen voor generaties en doenvermogen, onder meer met de hulp van ervaringsdeskundigen en professionals.131WRR (2017), Weten is nog geen doen. Een realistisch perspectief op redzaamheid. Nabijheid en menselijk contact zijn onmisbaar. De overheid is bereikbaar. De wijkrechter zit op fietsafstand.132Zie Idee Veilig en paraat: anticiperen op gevaren.

Kimberley Snijders

De landelijke politiek is menselijker en meer open in 2040. Gericht op de grote lijnen en de lange termijn, in plaats van op ‘scoren voor morgen’ en details. – Kimberley Snijders (denktanklid)

 

Menselijke politiek

De landelijke politiek is ook menselijker geworden. En meer open. Gericht op de grote lijnen en de lange termijn, in plaats van op ‘scoren voor morgen’ en details. De politiek werkt niet meer met dichtgetimmerde regeer- of coalitieakkoorden. Na de landelijke verkiezingen maakt de Tweede Kamer nu steeds vaker een agenda met de belangrijkste maatschappelijke problemen voor de komende jaren.

De Tweede Kamer stelt aan de hand daarvan doelen en laat de uitwerking aan het kabinet. Dit, soms ook extraparlementaire, kabinet wordt doorgaans gevormd door bestuurders die vooral vanuit hun specifieke kennis over het vraagstuk zijn uitgekozen. Deze bestuurders krijgen opdracht van de Tweede Kamer om aan de slag te gaan met de doelen. Zij maken vervolgens in overleg met de samenleving concrete plannen, waarvoor ze dan steeds weer in het parlement een meerderheid moeten vinden. Het debat vindt zo plaats, waar het thuis hoort, in de Tweede Kamer. Mensen hebben hierdoor weer meer vertrouwen in het oplossend vermogen van de politiek.



Hoe?

Zes veranderprincipes: Hoe hebben we verwachtingen en toekomstbeeld bij elkaar gebracht?



We leven in 2040 in een krachtiger, groener en menselijker Nederland. Dat is niet vanzelf gegaan. We hebben er, met de hele samenleving, hard aan gewerkt de afgelopen zeventien jaar. We hebben veel geluk gehad. En we hebben, terugkijkend, een paar zaken echt goed gedaan.

Achteraf bezien is het een geluk geweest dat begin jaren twintig de kritieke toestand waarin de wereld zich bevond zo pijnlijk duidelijk werd. Het was crisis. We moesten de klimaatverandering binnen de perken houden. We moesten de biodiversiteit herstellen en de vervuiling een halt toeroepen. We moesten de bevolkingsgroei en de vergrijzing in goede banen leiden. We moesten een goede manier vinden om met migratie om te gaan. We moesten investeren in mensen om klaar te zijn voor de digitale revoluties die volop gaande waren. We moesten met Europa en de NAVO onze veilige, vrije wereld verdedigen. We moesten de uitwassen van sociale versplintering en polarisatie tegengaan. En we moesten iets doen aan het disfunctioneren van de overheid.

Leonard Geluk

“Nederland heeft behoefte aan een verhaal voor de toekomst dat helpt om keuzes te maken. We moeten niet ‘van crisis naar crisis’ bewegen, maar tijdig de goede beslissingen nemen om ingrijpende maatschappelijke opgaven die op ons afkomen, het hoofd te kunnen bieden.” -Leonard Geluk (denktanklid)

Het moest anders. En niet alles kon natuurlijk tegelijk. Het was zonneklaar dat we als samenleving keuzes te maken hadden. Keuzes die pijn hebben gedaan. Daar zijn nu legio voorbeelden van te geven: Het verhogen van de duurzaamheidsnormen en het inprijzen van de milieubelasting van producten heeft de stroom aan goedkope wegwerpproducten doen opdrogen. Kleren, meubels en elektronica zijn beter, maar ook domweg duurder dan vroeger. Ook voor dienstverlening die mens en milieu schaadt, betalen we meer. Zo is vliegen vanaf Schiphol nu echt niet meer zo goedkoop als in de jaren twintig.

We hebben in schaarste ook keuzes gemaakt over de verdeling van geld. Dat is nooit prettig voor degene die moet inleveren. De Randstad heeft ingeleverd ten gunste van het voorzieningenniveau in de regio. Vermogenden hebben ingeleverd ten gunste van werkenden. De huidige generatie heeft hoge kosten gemaakt met oog op de toekomstige generaties. En Europa maakt nu nog steeds veel geld over naar Afrika en het Midden-Oosten, om daar de duurzame ontwikkeling te stimuleren, om mensen op te leiden en mensen op te vangen.

Door het verhogen van de lonen en de keuze voor duurzame hoogproductieve bedrijven zijn veel laagproductieve banen verdwenen. Honderden veehouders hebben zich laten uitkopen en hebben hun levens anders ingevuld. Bedrijven die hun geld verdienden met het maken, importeren en verkopen van wegwerpspullen, zijn er niet meer. Dat heeft banen gekost, ook in de distributie. Zoals gezegd konden de afgelopen tien jaar vanwege de artificialisering ook honderdduizenden callcentermedewerkers, tekstschrijvers, en codeurs op zoek naar ander werk. De vleesverwerkende industrie is logischerwijs fors gekrompen. Het selectief toelaten van mensen die in Europa willen komen werken, maakt dat niet iedere buitenlander (van buiten de EU) in Nederland aan de slag kan.

De consequenties zijn ook duidelijk voelbaar in de publieke sector. Het terugdringen van de zorgconsumptie heeft als consequentie dat zorgverleners nu eerder nee zeggen. Wat betreft verzorging, opvoeding en elkaar helpen, doen we als samenleving meer zelf. Kinderopvangbedrijven hebben hun activiteiten moeten samenvoegen met het primair onderwijs. Door de grote vereenvoudiging zijn ook nog eens tienduizenden banen verloren gegaan van beleidsambtenaren, controleurs, adviseurs, keurmeesters, inkopers en toezichthouders.

Het is allemaal niet makkelijk geweest. Maar, als gezegd, we hebben wel een aantal zaken heel goed gedaan. Als we terugkijken dan zien we dat zes principes ons daarbij steeds opnieuw hebben geholpen:

 

1. Duurzame groei (Voldoende verdienvermogen)

Het eerste belangrijke veranderprincipe is dat we ons gerealiseerd hebben dat voldoende verdienvermogen cruciaal zou zijn om al onze ambities waar te maken. Alleen dankzij het verhogen van de arbeidsproductiviteit en het op peil houden van de economische groei hebben we de kosten van de vergrijzing kunnen betalen, hebben we mensen de broodnodige zekerheid kunnen bieden en hebben we daadwerkelijk de omslag naar heel andersoortige productie en consumptie kunnen maken. De economie groeit nu, binnen de planetaire grenzen. Duurzame groei. In de jaren twintig dachten de meeste mensen dat het per definitie onmogelijk was. Wij hebben laten zien dat het kán.

 

2. Brede bestaanszekerheid (De basis op orde)

Het tweede principe dat we de afgelopen zeventien jaar voortdurend scherp voor ogen hebben gehouden is dat van de brede bestaanszekerheid. We hebben veel grote veranderingen moeten doormaken. Veranderingen waar veel mensen niet op zaten te wachten, die ze vreesden, of die ze zelfs hun baan hebben gekost. Veranderingen die, als gezegd, soms pijn deden. Daarom hebben we van begin af aan duidelijk gemaakt dat we iedereen garanderen dat de basis op orde zou blijven. Brede bestaanszekerheid betekent dat iedere inwoner van Nederland toegang heeft tot huisvesting, zorg, inkomen, onderwijs werk, een veilige leefomgeving en democratische zeggenschap. Geen kind groeit op in armoede. In Nederland laten we niemand door het ijs zakken.

 

3. De grote vereenvoudiging (Minder complexiteit)

Zoals gezegd is ook ‘de grote vereenvoudiging’ essentieel geweest voor het vergroten van de kracht, de wendbaarheid én de menselijkheid van de Nederlandse samenleving. Het terugdringen van de complexiteit en het bureaucratisme was al decennia een grote wens. Het is ook geen eenvoudige klus geweest. Er hebben heel wat heilige beleidshuisjes, en banen, moeten sneuvelen om de vereenvoudiging daadwerkelijk voor elkaar te krijgen. Maar het was de moeite waard. We besparen nu jaarlijks miljarden euro’s, aan tijd en geld. Miljoenen professionals en ondernemers hebben we bevrijd van het juk van de regeldruk. Dit heeft sterk bijgedragen aan het herstel van vertrouwen in de instituties. Doordat we zo consequent hebben gesnoeid in wetten en regels, zijn we nu ook beter in staat om de regels die ons resten goed te handhaven. De grote vereenvoudiging is een zegen geweest voor de ondernemerszin, innovatie en voor de hele samenleving.

 

4. Politiek leiderschap (Scherpe keuzes)

Een vierde veranderprincipe is zonder twijfel het leiderschap geweest dat de politiek de afgelopen zeventien jaar heeft getoond. De focus lag hierbij volledig op het oplossen van de belangrijkste maatschappelijke problemen. Klimaat en natuur dus, bevolkingsgroei en vergrijzing, de geopolitieke situatie, de sociale versplintering, de maatschappelijke onvrede en het functioneren van de overheid. Vaak was hier een geleidelijke koersverandering voldoende, denk bijvoorbeeld aan hoe we hebben ingespeeld op de krimp van de beroepsbevolking. Voor andere problemen hebben we echt doorbraken moeten forceren. Doorbraken waar politieke moed voor nodig is geweest. Zie bijvoorbeeld de energietransitie, de verduurzaming van de economische productie en consumptie, het nieuwe belastingstelsel en de omwentelingen in de landbouw, in de zorg en in het onderwijs. Hier heeft de politiek steeds scherpe keuzes durven te maken.

 

5. Moonshot (Baanbrekende doelen)

Om de grote veranderingen mogelijk te maken heeft de politiek ook duidelijke doelen gedefinieerd. Baanbrekende doelen voor de lange termijn, zodat we er als samenleving samen de schouders onder konden zetten. In die tijd noemden ze dat de ‘moonshot’-benadering (landing op de maan was alleen mogelijk door een baanbrekend doel te stellen en daar gezamenlijk naar toe te werken). 193Mazzucato, M. (2021), Mission Economy: a Moonshot Guide to Changing Capitalism. De politiek definieert waar het heen moet; doelen waaraan iedereen is gebonden. Doelen voor de lange termijn die burgers en bedrijven ook ruimte geven om uit te zoeken hoe die doelen het best bereikt kunnen worden. De nationale overheid stelt zich hiermee enerzijds sturender en anderzijds bescheidener op. Een rol die goed past bij de grote vereenvoudiging. Het betekent een omslag van precies alles willen regelen en er tot in de details beleid en protocollen voor willen maken, naar het formuleren van baanbrekende doelen en partijen ruimte laten om hier samen werk van te maken.

 

6. Sociale pacten (Verantwoordelijke partners)

Het is bijzonder om te zien hoe anders bedrijven, wetenschap en burgers nu met elkaar samenwerken aan het oplossen van maatschappelijke problemen en aan de ontwikkeling van kennis en innovatie.194WRR (2013), Naar een lerende economie. Het politieke leiderschap en de duidelijke doelen zijn hiervoor van groot belang geweest.195Zie VNO-NCW (2021), Ondernemen voor brede welvaart: Naar nieuw Rijnlands samenspel. De versnippering van tijd en budgetten over talloze pilots, projecten en programma’s is voorbij 196DGV Creatieve Impulsen (2009), Het rendement van zalmgedrag: de projectencarrousel ontleed. In diverse sociale pacten hebben bedrijven, wetenschap en burgers zo de afgelopen jaren onderling afspraken gemaakt over het verbeteren van ons land. Denk aan het ontwikkelen van duurzame bedrijvigheid, van lokale energiebedrijven, van groene, sociale wijken. Particulier initiatief viert hoogtij. En partijen nemen hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. De overheid helpt. Door heldere langetermijndoelen te stellen. Door waar nodig geld te verstrekken. Door royaal te voorzien in de benodigde infrastructuur. En door, indien nodig, effectief en uitvoerbaar beleid te maken.

We leven nu met 20 miljoen mensen in een krachtiger, groener en menselijker Nederland. Nederland is nu een land waar mensen willen wonen. En waar mensen, op de piek van de vergrijzing, weer positief vooruitkijken naar de tweede helft van de 21ste eeuw. We hebben er als gezegd hard voor moeten werken. Maar het is gelukt.

Het is ons gelukt.