In 2040 zijn we vrijwel zeker met meer. Nederland telt dan zo’n twintig miljoen mensen. De bevolking groeit vooral door mensen die uit andere landen naar Nederland komen. De steden groeien naar verwachting harder dan de rest van het land. We zijn, doordat de vergrijzing in 2040 zijn hoogtepunt bereikt, gemiddeld ouder dan nu. In 2040 piekt ook de druk op het AOW-pensioen. Nederland telt in 2040 ongeveer 2,6 miljoen 75-plussers, dat is 85 procent meer dan begin jaren twintig. Een recordaantal mensen heeft dan zorg nodig, terwijl de beroepsbevolking de komende zeventien jaar licht blijft krimpen. Ook neemt het aantal beschikbare mantelzorgers snel af. De zorgkosten groeien naar verwachting sneller dan de economie. Hierdoor is straks de ‘houdbaarheid’ van onze welvaart en van de zorg in het geding. Het is nog onzeker wat arbeidsmigratie hierin zal gaan betekenen. In alle scenario’s is de bevolking in 2040 omvangrijker, ouder en meer divers dan nu.
In 2040 zijn we met 18 tot 21 miljoen mensen. De bevolking groeit vooral door migratie en een hogere levensverwachting.
Bron: CBS (2022)
In 2040 zijn er meer 75-plussers en wonen zij vaker alleen. Het aantal 75-plussers neemt naar verwachting toe van 1,4 miljoen in 2019 tot 2,6 miljoen in 2040. Het percentage van hen dat alleen woont neemt in deze periode toe van zo’n 39 tot 42 procent.
In 2040 zijn er minder mogelijke mantelzorgers per 85-plusser. De groep 50-74-jarigen ten opzichte van het aantal 85-plussers neemt af. Het aantal mogelijke mantelzorgers in de leeftijdsgroep 50- tot 74-jarigen per 85-plusser daalt van 30 in 1975 naar 6 in 2040.
Bron: PBL (2020)
In 2040 besteedt Nederland een groter deel van haar nationaal inkomen aan zorg. Het RIVM becijferde in 2018 dat in 2040 de zorguitgaven naar verwachting 16,4 procent van het bbp beslaan. In 2015 was dit nog 12,7 procent. Hierbij ging het RIVM uit van een veronderstelde groei van het bbp van 1,8 procent per jaar.
Bron: Miljoenennota (2022)
In 2040 zijn er 9 miljoen huishoudens die vaker uit één persoon bestaan. In 2022 zijn dat nog 8,1 miljoen huishoudens. Er komen vooral meer eenpersoonshuishoudens bij, waarvan een groot deel alleenwonende ouderen. Na 2038 zal het aantal huishoudens minder sterk groeien.
Bron: CBS (2021)
In 2040 is het aantal inwoners vooral gegroeid in steden, niet in andere delen van het land. Scenario’s verschillen, maar waarschijnlijk zal de bevolking krimpen in regio’s in Limburg, Zeeland en Groningen.
Bron: CPB/PBL (2015) toekomstverkenning welvaart en leefomgeving
In 2040 werkt een relatief kleiner deel van de bevolking dan nu. Tussen 2000 en 2015 bestond de potentiële beroepsbevolking uit een vrij stabiel aantal van ongeveer 10 miljoen mensen. Hierna is deze gegroeid tot bijna 10,6 miljoen begin 2021 en naar verwachting neemt deze verder toe tot ruim 10,9 miljoen in 2025. Daarna, als de AOW-leeftijd minder snel opschuift, blijft de omvang van deze groep enige tijd vrij stabiel. In 2035 telt de potentiële beroepsbevolking bijna 11 miljoen mensen. Na 2040 neemt deze groep weer in omvang toe. Afgezet tegen de totale bevolking zal het deel van de totale bevolking dat werkt of actief werk zoekt licht dalen.
Bron: CBS (2022)
Tot 2040 groeit de arbeidsproductiviteit met gemiddeld 1,4 tot 2,1 procent per jaar. In alle scenario’s van het CPB en het PBL ligt de arbeidsproductiviteit in 2030 en 2050 boven het referentieniveau van 2013. In het lage scenario, met weinig impact van technologische ontwikkelingen, gaat het om een groei van gemiddeld 1,4 procent per jaar. In het hoge scenario om 2,1 procent per jaar.
Bron: CPB (2015) en CPB/PBL (2015) Toekomstverkenning Welvaart en Leefomgeving
In 2040 is de arbeidsparticipatie groter dan nu, doordat meer vrouwen en vooral meer ouderen werken. Het deel van de bevolking in de werkende leeftijd dat deelneemt aan de arbeidsmarkt neemt toe. Vooral vrouwen en ouderen gaan meer werken dan ze nu doen. Dit hangt sterk samen met de stijging van het hoogst behaalde opleidingsniveau van vrouwen en ouderen. Bij ouderen draagt bovendien de verdere stijging van de AOW-leeftijd bij aan een hogere participatiegraad.
Bron: CPB (2019) Arbeidsparticipatie en gewerkte uren tot en met 2060
In 2040 is het Nederlandse nationaal inkomen gegroeid tot zo’n 1759 miljard. De Nederlandse economie groeit de komende 17 jaren minder hard dan voorheen. Een gemiddelde groei van tenminste 1 procent per jaar, is de verwachting. Rekenen we daarmee en met de inflatie, dan zal ons nationaal inkomen in 2040 ruim 1700 miljard euro bedragen. Dat is bijna tweemaal zoveel als in 2020.
Bron: CPB (2023) Centraal Economisch Plan, raming maart 2023