Nieuwsbericht • donderdag, februari 8 2024

Nederland2040: Op naar een gedragen toekomstbeeld  

Nederland 2040: op naar een gedragen toekomstbeeld

We moeten ons voorbereiden op (cyber) oorlogen, moeten de bevolkingsgroei en vergrijzing in goede banen leiden, de klimaatverandering binnen de perken houden en de sociale onvrede tegengaan. Om maatschappelijke uitdagingen als deze het hoofd te bieden, hebben we een gedeeld verhaal nodig over de toekomst van ons land, een toekomstbeeld dat realistisch, richtinggevend én hoopgevend is.

Nederland2040: Op naar een gedragen toekomstbeeld  

Dat toekomstbeeld moet geen verhaal zijn dat in de ivoren toren is bedacht. Als Denktank Nederland 2040 hebben we daarom een concept-toekomstbeeld beschreven waarmee we het land in zijn gegaan. We bespraken het verhaal onder andere tijdens dialoogdiners met jongeren, bij hogescholen, aan de hand van een uitvraag bij burgerpanels, met bestuurders, en met maatschappelijke organisaties en adviesraden.  

We zijn blij met de resultaten van deze maatschappelijke dialoog. Het was mooi om te zien met hoeveel enthousiasme mensen mee willen denken over de toekomst van ons land. Ook is het inhoudelijk heel nuttig gebleken ons toekomstverhaal te toetsen. Veel aspecten van het toekomstbeeld werden onderschreven.

Tegelijkertijd brachten deelnemers ook punten waarmee we het toekomstbeeld mooier en beter kunnen maken. We verwerken de punten in een vernieuwde versie van het Verhaal voor Nederland in 2040, dat eind van dit jaar zal verschijnen.   

Hieronder beschrijven we alvast de belangrijkste verbetersuggesties. Een noot vooraf is dat we in dit artikel niet alles kunnen behandelen; er is nog veel meer gezegd en te zeggen. 

In algemene zin valt op dat deelnemers zich in het toekomstbeeld herkennen. Met name in onze verwachtingen voor 2040, onze doelen voor 2040, en in onze selectie van urgente maatschappelijke vraagstukken. Concretere voorstellen zoals ‘de grote vereenvoudiging’ en ‘Nederland als productief kennisland’ vinden weerklank. Deelnemers gaven ook prima suggesties voor aanvullingen en verbeteringen van ons toekomstbeeld. 

Allereerst deden deelnemers enkele algemene suggesties over het verhaal: 

– Maak explicieter waar de pijn van keuzes zit. Wat gebeurt er met de ‘verliezers’ bij de keuzes die zullen worden gemaakt? 

– Maak een nog makkelijk toegankelijker publieksversie van het verhaal voor Nederland in 2040. 

– Verbeeld het toekomstbeeld met behulp van kunst en techniek. Hierdoor kan het verhaal meer mensen inspireren.  

– Werk de zes veranderprincipes verder uit. Wat is er precies nodig om de door ons voorgestelde maatschappelijke veranderingen te bereiken? 

Daarnaast deden ze ook specifieke suggesties. Die hebben we onderverdeeld in de drie hoofddoelen uit het toekomstbeeld. We streven naar een (1) krachtiger, (2) groener en (3) menselijker Nederland in 2040.

Een krachtiger Nederland is één van de hoofddoelen van de Denktank voor 2040. Een Nederland dat er sterker voor staat dan in 2024. Met onder meer een sterke economie en fysiek en mentaal krachtige mensen. Deze doelen werkten we met de Denktank verder uit in ons verhaal. Hoe ziet die sterke economie eruit, bijvoorbeeld? En wat bedoelen we met mentaal krachtige mensen?  

1. Een krachtiger Nederland in 2040

Zowel de doelen als de voorstellen om die doelen te bereiken (de ‘ideeën’) vonden weerklank bij de deelnemers aan de maatschappelijke dialoog. Toch brachten deelnemers aan de dialoog ook enkele nuances aan. Die bespreken we hier.  

De grote vereenvoudiging 

De grote vereenvoudiging betekent een radicale versimpeling van de samenleving door de vereenvoudiging van de organisatie van de overheid en van het beleid. In 2024 loopt de samenleving namelijk vast in regels, wetten en stapels beleid. Denk bijvoorbeeld aan het complexe belastingstelsel. Nederland is gebaat bij simpeler beleid.  

In z’n algemeenheid wordt het idee achter de grote vereenvoudiging breed gesteund door de deelnemers. Deelnemers aan de burgerpanels in Groningen en Drenthe, bijvoorbeeld, zien vereenvoudiging als één van de belangrijkste thema’s van dit moment.  

Deelnemers voegen toe dat we in Nederland niet alleen behoefte hebben aan minder regels, maar ook aan standvastigheid bij de overheid: ‘Liever een harde nee dan een weifelende ja’. Dat biedt bedrijven duidelijkheid en zekerheid voor de toekomst. Als overheden standvastig en voorspelbaar zijn, dan kunnen bedrijven daarop vertrouwen en daarmee investeringen voor de lange termijn doen.  

Internationaal sterk 

De Denktank ziet dat internationaal de machtsblokken verschuiven. Europa wordt minder machtig. Azië en ook Afrika, zo is de voorspelling, worden machtiger. Deelnemers aan de dialoog erkennen de machtsverschuiving, maar brengen ook nuance aan. India, zo stellen ze, is waar het verhaal meer over moet gaan. Afrika wordt weliswaar ook snel groter, maar piekt pas later (rond 2070). Daarnaast brengen deelnemers nuances aan over de impact van deze machtsverschuiving. Die impact gaat verder dan alleen onze veiligheid en politiek. Het gaat bijvoorbeeld ook over onze economie, onze cultuur en onze identiteit. Voor die impact moet in het verhaal meer aandacht zijn.  

Eén belangrijk kenmerk van de wereld in 2040 is dat grote groepen migranten naar Nederland zullen willen trekken. De Denktank stelt voor om migranten bij hun toelating te beoordelen op hun meerwaarde voor Nederland. Daar zijn de meeste deelnemers het mee eens, al benadrukken ze dat áls migranten eenmaal binnen zijn, we ze zo snel mogelijk aan werk moeten helpen. Migranten willen graag werken en een bijdrage leveren aan de samenleving. En als ze snel aan de slag zijn, dan is dat niet alleen goed voor henzelf, maar ook voor onze economie en samenleving.  

Investeren in infrastructuur 

De Denktank stelt voor om flink te investeren in onze infrastructuur. Bijvoorbeeld in de woningvoorraad, de digitale infrastructuur en ons elektriciteitsnetwerk. Deelnemers erkennen de noodzaak van die investeringen. De huidige verkeersinfrastructuur, die heeft echter óók een opknapbeurt nodig, stellen ze. Het leeuwendeel van onze auto-, spoor- en waternetwerken dateert uit de jaren ’50 en ’60 en staat door intensief gebruik sterk onder druk.  

Wat betreft mobiliteit ziet de Denktank een ‘Japans’ openbaar vervoer voor zich; snel, schoon en punctueel. Daar kleeft echter nog wel een grote ‘maar’ aan. Japans openbaar vervoer krijgt nauwelijks subsidie en draait daarmee op de lijnen waar de vraag het grootst is. In Nederland zou dat in de praktijk betekenen dat we veel verbindingen in de Randstad krijgen, terwijl verbindingen in dunbevolkte gebieden verdwijnen. Dat is iets dat we nadrukkelijk niet willen, dus dit punt verdient nuance.  

Investeren in mensen 

In 2040 zien we meer dan nu hoe belangrijk het is om in mensen te investeren. Niet alleen in hun lees-, reken-, schrijf- en technische vaardigheden. Ook in hun persoonlijke ontwikkeling, kritisch denkvermogen en sociaal-emotionele vaardigheden. De deelnemers aan de dialoog beamen dit en voegen toe dat ook digitale geletterdheid en burgerschap vaardigheden zijn waarin we moeten investeren.  

Ook het idee van ‘integrale scholen’ – scholen waarin onderwijs, kinderopvang en andere ondersteuning voor gezinnen zijn samengegaan – wordt door de deelnemers enthousiast ontvangen. Ze hebben een drietal toevoegingen:  

– Heb oog voor risico’s van segregatie bij grote wijkscholen. 

– Neem daarnaast mentale gezondheidsvaardigheden mee in het lespakket; jong geleerd is oud gedaan.

– Voeg als doel toe dat leerlingen van scholen actief betrokken zijn bij en invloed hebben op hun onderwijs (zoals over het toetsbeleid van scholen) en hun (meer flexibele) leerroute.  

2. Een groener Nederland in 2040 

Nederland is in 2040 niet alleen krachtiger en productiever, het is ook stiller, schoner, mooier en groener. Onze fysieke leefomgeving is groener en we produceren en consumeren niet minder, maar wel anders. Ook deze doelstellingen worden door deelnemers aan de dialoog gesteund.   Deelnemers herkenden vooral de noodzaak om anders te consumeren. We kopen minder spullen. Goedkope en kwalitatief laagwaardige producten hebben plaatsgemaakt voor producten die langer meegaan en goed te repareren zijn. Deelnemers voegden toe dat het in het bijzonder van belang is dat in 2040 goedkope kleding, ‘fast fashion’, beter gereguleerd wordt dan nu. De overheid kan die kleren duurder maken en/of er strenge eisen aan stellen.  

Ook de consumptie van exotische goederen zal aan banden moeten worden gelegd. De mogelijkheid om heel het jaar groente en fruit te kopen dat niet in het seizoen is, is onnodig belastend voor het milieu. De import en export van zulke exotische producten zou daarom beperkt moeten worden.  

De transitie naar een groener Nederland is niet pijnvrij. Deelnemers aan de dialoog zien graag meer aandacht in het verhaal voor die mensen en sectoren die mogelijk de lasten van de transitie dragen. Deelnemers stellen bijvoorbeeld voor om zorgvuldig uit te werken hoe we economische sectoren moeten compenseren waarvan we afscheid moeten nemen, ook niet-financieel. En om in de transitie alleen fossiel transport duurder te maken wanneer mensen alternatieven, zoals de trein of de elektrische auto, ook goed kunnen betalen.  

Deelnemers onderstrepen ook dat het nodig is om dieper in te gaan op de onvermijdelijke keuzes die te maken zijn over het gebruik van de schaarse ruimte in Nederland. Het is goed die keuzes explicieter te maken. Man en paard moeten worden genoemd. 

Daarnaast reageren deelnemers op onze visie van de Nederlandse economie als een hoogproductief kennisland. Wat zal de rol daarin zijn van de mensen die praktisch opgeleid zijn? De deelnemers denken dat er een belangrijke rol voor hen is weggelegd. In de energietransitie zal de maakindustrie bijvoorbeeld nog altijd belangrijk zijn. Praktisch opgeleiden verdienen een volwaardiger positie in het verhaal.   

3. Een menselijker Nederland in 2040

In 2040 hebben we een menselijker Nederland. Dat houdt onder meer in dat we meer dan nu zorgen voor elkaar, dat we politiek betrokken zijn, en dat mensen bestaanszekerheid ervaren.  

Brede bestaanszekerheid 

Het streven naar brede bestaanszekerheid, zoals de zekerheid op een woning, op onderwijs en op democratische zeggenschap, spreekt de deelnemers van de dialoog aan. Vooral omdat dat te veel mensen nú, in 2024, die zekerheid nog niet hebben.  

Er zouden echter nog wel wat doelen aan toegevoegd kunnen worden. Werk bijvoorbeeld doelen en voorstellen uit voor het bevorderen van een kansrijke start en bestaanszekerheid van jongvolwassenen. En werk doelen uit over het terugdringen van gezondheidsverschillen; in 2040 moet iedereen de mentale en financiële ruimte hebben om gezonde keuzes te maken.  

Naast suggesties voor doelen doen de deelnemers ook suggesties voor ideeën om de bestaanszekerheid van mensen (en dan met name van jongeren) te kunnen garanderen.

– Maak één nationaal online loket waar jongeren terecht kunnen voor vragen over zaken als inkomen, zorg en opleidingen.   

– Neem de voorstellen van de Commissie sociaal minimum over om te zorgen voor een toereikend inkomen om rond te komen en mee te doen. 

– Werk uit hoe de inzet van technologie kan helpen om jongeren te betrekken bij de democratie. 

– Veranker gezondheidsdoelen in de wet.  

Goede publieke voorzieningen 

Deelnemers onderstrepen, net als de Denktank, de waarde van goede publieke voorzieningen. Wat zij daaraan nog willen toevoegen is dat de kwaliteit van voorzieningen kan verbeteren wanneer partijen beter samen (kunnen) werken dan nu. Concreet:  

Doorbreek ook (juridische en financiële) schotten die samenwerking tussen onderwijs-, jeugdzorg en sport- en culturele instellingen belemmeren. 

Werk voorstellen uit om de toegankelijkheid van de ggz te verbeteren, zoals door regionaal mentale gezondheidscentra te implementeren. 

Gezondheidsstelsel 

De Denktank pleit voor minder zorgconsumptie en meer gezondheidsbevordering. De deelnemers beamen dit, maar waarschuwen er tegelijkertijd voor om preventie niet als panacee te zien voor de gezondheid van mensen.  

Daarnaast verdient de mentale gezondheid van jongeren nog meer aandacht in het verhaal. Jongeren vormen de samenleving van de toekomst. We moeten nu doelen en voorstellen uitwerken voor het bevorderen van de mentale kracht van jongeren.  

Tot slot zullen we nog nadrukkelijker moeten kijken naar de grote druk die de steeds groter wordende groep ouderen op het zorgstelsel zal uitoefenen. Daarom doen deelnemers de suggestie: werk uit hoe technologie ouderen kan ondersteunen bij zorg, om op die manier zoveel mogelijk mensen te kunnen blijven helpen. En denk verder na over het terugdringen van de zorgconsumptie van ouderen.  

Zorgzame samenleving 

 In het verhaal pleiten we voor een samenleving waarin mensen de tijd nemen om te zorgen voor elkaar. Dat is op zich een goed streven, vinden de deelnemers, maar besteed nog meer aandacht aan de afruil die hierachter schuilgaat. Mensen kunnen hun uren maar één keer besteden. Als mensen mantelzorgen, kunnen ze niet werken.  

Daarnaast stellen deelnemers voor: voeg als doel toe dat mensen in 2040 onderling beter zorgen voor mensen met een fysieke en mentale beperking.  

Conclusie en dankwoord

We zien dat veel elementen uit het toekomstbeeld onderschreven worden door de deelnemers aan de dialoog. Tegelijkertijd brengen de deelnemers ook waardevolle en kritische nuances aan.  

We willen nogmaals alle mensen en organisaties bedanken die de moeite hebben genomen te reageren. In het bijzonder willen we de gesprekpartners – jongeren, studenten, gemeentebestuurders, koepelorganisaties, adviesorganen en alle respondenten van de enquête – hartelijk bedanken. Met specifieke dank aan alle jongeren die meedachten en de NJR voor het organiseren van de dialoogdiners. 

In 2024 maken we een nieuwe versie van het verhaal waarin we de hierboven genoemde aanscherpingen, nuances en toevoegingen verwerken. We brengen daarbij de samenhang tussen de onderwerpen en de veranderprincipes scherper in kaart: hoe kunnen we het geschetste toekomstbeeld tot uitvoer brengen? Daarmee gaan we in 2024 vol enthousiasme aan de slag! 

Met dank aan:

– Jongeren tijdens de dialoogdiners van de NJR (Nationale Jeugdraad)

– Studenten van Fontys Hogeschool

– Verschillende gemeentelijke bestuurders en organisaties

– Deelnemers van burgerpanels in Groningen en Drenthe

– Koepelorganisaties als het IPO, de VO-raad, de MBO raad, Valente, Associatie wijkteams, de PO-raad, de Mobiliteitsalliantie, GGD GHOR, Zorgverzekeraars Nederland en meer.

De WRR

én natuurlijk onze respondenten van de enquête op de website.